donderdag 14 augustus 2025

Ooh!

Zonsopgang boven Te Weve

Wie kent niet het gevoel van vervoering of verrukking bij het zien van een prachtig landschap, een zonsondergang, of bij het horen van een mooi uitgevoerd stuk muziek? Of misschien ervaarde je meer dat gevoel van overweldiging onder de sterrenhemel of dat ontzag bij het betreden van een kathedraal? Het is soms moeilijk dit gevoel samen te vatten in één woord of begrip. In het Engels wordt hier vaak het woord ‘awe’ gebruikt. De uitspraak lijkt een beetje op het geluid ‘ooh!’ wat we vaak maken wanneer we iets van grote schoonheid ervaren of ergens door verrast zijn. Wanneer je het woord ‘awe’ door de vertaalmachine laat vertalen in het Nederlands krijg je als antwoord vaak ‘ontzag’. Op de een of andere manier drukt dit voor mij niet helemaal wat van het begrip omvat. ‘Awe’ is ontzag, maar ook vervoering, verrukking, verwondering en euforie.

Volgens Dacher Keltner, professor psychologie aan de University of California in Berkeley is het ervaren van ‘awe’ – het lijkt wel een onomatopee van de klanken die we bij dit soort emoties uiten – bijzonder gunstig voor ons welzijn: lichamelijk, geestelijk en emotioneel. Dat blijkt ook uit de ondertitel van zijn boek over dit onderwerp: Awe. The New Science of Everyday Wonder and How It Can Transform Your Life. Daarmee lijkt Keltner te suggereren dat het hier om een soort zelfhulpboek zou gaan. Hoewel Keltner in zijn boek veel persoonlijke anekdotes en die van anderen aanvoert om zijn betoog te onderbouwen is het geen boek van grote stappen, snel thuis. Maar hij laat wel zien dat hij ook een begenadigd verhalenverteller is.

Keltner komt na zijn onderzoek tot de volgende definitie van ‘awe’. Het is: ‘the feeling of being in the presence of something vast that transcends your current understanding of the world.’[1] Hij onderscheidt in zijn boek acht soorten bronnen van verwondering:

-         1: Morele schoonheid: goedheid, barmhartigheid, daden van altruïsme

-         2: Gezamenlijke of collectieve effervescence[2], emoties die die onstaan wanneer mensen opgaan in een gedeelde activiteit zoals sport of dans

-         3: Natuur, natuurbeleving: staan onder de sterrenhemel, bij een waterval of een woudreus

-         4: Muziek

-         5: Beeldende kunst: architectuur, schilderijen et cetera

-         6:: Spirituele en religieuze ervaringen

-         7: Verhalen rond leven en dood, bijvoorbeeld het zien van een geboorte, of aanwezig zijn bij het uitblazen van iemands laatste adem

-          8: Epifanieën: een plotseling inzicht in, of besef van bepaalde essentiële waarheden van het leven.

Keltner vat 'awe' vaak samen met vocale uitingen als 'whoa!' of 'wow!' Dat vat het wel goed samen denk ik. Gevoelens van verwondering worden niet alleen getriggerd door het bijzondere, maar soms ook door het alledaagse. Het zijn ook geen zaken per se groots en meeslepend zijn of maar een keer in je leven voorkomen. Daarmee blijkt dat deze emotie – als wetenschappelijk adviseur van de Pixar-film ‘Inside Out’ wilde Keltner naast de basisemoties als Vreugde (Joy), Boosheid (Anger) en Vrees (Fear) ook  ‘Awe’ toevoegen – een zeer democratische is. Het blijkt ook nog eens dat het ervaren ervan mensen minder egocentrisch en materialistisch maakt. Bovendien schept het een gevoel slechts een klein radertje in het grote geheel te zijn ook een besef van verbondenheid met het heelal en het leven. In dit gevoel transcenderen, overstijgen we, onze zelfgerichtheid naar een staat waarin we ons verbinden met iets dat groter is dan onszelf. Keltner zegt: 'Awe (verrukking, vervoering, et cetera) neemt ons op in het geheel van het leven en daardoor begrijpen we dat we een deel zijn van zoveel zaken die groter zijn dan onszelf. Het helpt ons samen de grote vragen des levens te overdenken.'



[1] (Keltner, 2023)

[2] Een begrip gemunt door de socioloog Emile Durkheim.

dinsdag 12 augustus 2025

Regenboog

Regenboog boven Trassem

Enkele jaren geleden, tijdens onze vakantie in Duitsland, zaten Remco en ik te eten op het overdekte terras van ons hotel in Trassem. Inktzwarte wolken hadden zich samengepakt boven de beboste heuvels. Tegelijk liet de zon zijn lichtstralen verstrooien door de regendruppels. Tegen het dreigende decor van de wolken tekenden de groene heuvels zich, nog badend in het zonlicht, scherp af. Een groter contrast was niet denkbaar.

En ineens stond ie daar, majestueus en met felle kleuren: een betoverend mooie dubbele regenboog. 180 graden rond, de ene hoek van het dal verbindend met de andere. De aanwezige gasten lieten hun diner even staan om van het natuurschoon te genieten. Met mobiele telefoons in de aanslag werd het spektakel vastgelegd. "Ach wie schön", zei onze serveerster. "Doppelt! Das bringt Glück!"

In volksverhalen en mythen spelen regenbogen een grote rol. In de Noorse mythologie was de regenboog de brug Bifröst die de aarde met de verblijfplaats van de goden verbond. Voor de Grieken was Iris – haar naam betekent "spreker" of "verteller" – de godin van de regenboog. Wanneer de godin Iris een boodschap van de hemel naar aarde brengt, verschijnt volgens de Griekse mythologie een regenboog als brug. In de mythologie van Mesopotamië was de regenboog de halsketting van Ishtar.

De regenboog speelt ook een belangrijke rol in het verhaal van Noach en de Zondvloed. Daarin plaatst God de regenboog aan de hemel als teken van zijn belofte de aarde nooit meer met een watervloed weg te vagen. En iedereen kent wel het verhaal van de pot met goud die te vinden zou zijn aan het eind van de regenboog. Om je die toe te eigenen moet je wel langs die narrige gnoom die de pot bewaakt.

De regenboog is ook het symbool van de LHBTIQ+-beweging, een teken van de veelkleurigheid en diversiteit van de gemeenschap. De regenboogvlag werd in 1978 door Gilbert Baker ontworpen voor de Gay Pride in San Francisco. De vlag, die inmiddels een aantal gedaanteverwisselingen en aanpassingen heeft ondergaan, wordt vaak gehesen als steunbetuiging aan de queergemeenschap en haar strijd voor acceptatie.

Dat de regenboog niet alleen door de queergemeenschap omarmd is blijkt uit het feit dat in 1961 in Italië voor het eerst een regenboogvlag met het woord Pace (vrede) gehesen werd bij een vredesmars. Ook in 2002 werd de vlag tijdens de Pace da tutti i balconi campagne uit protest tegen de aanstaande invasie van Irak gehesen. Tijdens de Vredesweek gaat bij veel kerken in Nederland de regenboogvlag met het woord Vrede uit. In de jaren 80 had menig evangelisch christen een sticker met Er is Hoop op de auto. Naast deze woorden stond een regenboog.

Veel gemeenten in Nederland hebben inmiddels een regenboogzebrapad. In grotere steden zijn er regelmatig Pride-evenementen, waarvan de bekendste de Amsterdamse Gay Pride is met zijn botenparade. Zelf ben ik twee keer als deelnemer met de boot van GroenLinks mee gevaren en een keer heb ik het spektakel vanaf de kade aanschouwd. Nu ben ik in mensenmassa's niet helemaal senang. Dus toen er naast Remco en mij een handgemeen uitbrak - blijkbaar wilde een der omstanders een handtastelijke buurman met een rake tik tot de orde roepen - was de lol er voor ons snel af.

Met het organiseren van Pride-evenementen, het hijsen van de regenboogvlag en aanleggen van regenboogpaden betuigen gemeenten hun adhesie aan de queergemeenschap en laten zij hun verdraagzame, inclusieve kant zien. Diversiteit mag gevierd en getoond worden. Maar vanzelfsprekend is dit allemaal niet. Hoewel de Nederlandse wetgeving minderheden tegen het gebullebak van de meerderheid beschermt en het anti-discriminatiebeginsel grondwettelijk is vastgelegd in artikel 1: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan", zijn er elementen die deze uitingen opdringerig, aanstootgevend en verwerpelijk vinden. Zo blijken regenboogpaden regelmatig het mikpunt van vandalisme te zijn.

Regenboogpad in Rijswijk
Over het algemeen denk ik dat deze zure oprispingen van anti-LHBTI-sentimenten een gevolg zijn van een tekort aan hersencellen. Dat dit niet altijd het geval is blijkt uit het feit dat in 2023 een raadslid in Hengelo voor Forum voor Democratie - een club die prat gaat op zijn academisch opgeleide parlementariërs  - op X een foto van een straat versierd met regenboogvlaggen plaatste naast een foto met een met straat vol hakenkruisvlaggen. Daardoor werd een verband of overeenkomst gesuggereerd met Nazi-ideologie. Was geblondeerde Geert het aanvankelijk "niet eens" met de inhoud van de Nashville Verklaring, niet veel later barste hij in de Tweede Kamer los over de "LHBTI-gekte". Het knuffelen van de queermens is dus blijkbaar opportuun om anti-islamsentimenten aan te wakkeren, maar het mag ook weer niet te gek worden.

Dat de regenboog symbool van de queergemeenschap is, is ook niet voor iedereen acceptabel. Dat is vaak - maar niet uitsluitend - het geval binnen behoudende geloofsgemeenschappen, kerken en religieuze stromingen. Als uiting van acceptatie van een in hun optiek verwerpelijke levensstijl, en herkenningsteken van de zogenaamde genderideologie wordt de regenboogvlag vaak gezien als een banier tegen God en zijn scheppingsorde. De regenboog zou dus gekaapt zijn. Anderzijds tooien veel kerken zich juist met de regenboogvlag en dragen queer- en sympathiserende predikanten tijdens roze of Pridevieringen stola's in regenboogkleuren.

Binnen veel gemeenten, zoals in de Alblasserwaard, is het hijsen van de regenboogvlag niet aan de orde of een punt van heftige discussie en protest. De rechtse nieuws- en opiniesite De Dagelijkse Standaard prees in een bericht de gemeente Barneveld voor het niet buigen voor de "woke-terreur van het COC" met de weigering de vlag uit te hangen. In mijn vroegere woonplaats Katwijk wappert daarentegen sinds een paar jaar de regenboogvlag op Coming-outdag. Dit om te onderstrepen dat je ook in deze vanouds kerkelijke plaats mag zijn wie je bent.

Toch is de wettelijk vastgelegde bescherming geen garantie dat minder verlichte elementen een poging doen om hun haat en aversie tegen wat zij noemen de LHBTI-ideologie op intimiderende wijze te uiten. Zo wordt het hijsen van regenboogvlaggen gezien als een manier om deze "ideologie" door de strot te duwen. Dan denk ik: is het versieren van straten met Koningsdag dan een poging van Oranjeklanten om hun liefde voor het Koninklijk Huis meer republikeinse medeburgers door de strot te duwen? Is het volhangen van buurten met oranje vlaggen tijdens een WK of EK een poging van voetbalfans om hun liefde voor het balspel en het nationalistische sentiment dat ermee gepaard gaat op te dringen aan mensen die er niets mee hebben?

De Voorstraat in Katwijk op Koningsdag

De regenboog als symbool of boegbeeld houdt dus ook in dat het toe-eigenen van de regenboog vaak schuurt of tot verontwaardiging leidt wanneer de waarden van een bepaalde groep als strijdig met die van de eigen groep worden gezien. Wellicht dat daarom het regenboogje van de Er is Hoopsticker inmiddels door de stichting Agapè die deze verspreidt is vervangen door drie oranje boogjes.

Een symbool is een teken dat niet naar zichzelf verwijst, maar naar iets anders. Een rood hart verwijst bijvoorbeeld naar liefde, maar is niet het orgaan dat bloed in het lichaam rondpompt. Een symbool kan een sterke emotionele waarde hebben, zoals de vlag van een land. De vlag is niet het land zelf, maar kan wel gevoelens van vaderlandsliefde opwekken. Een symbool is vaak onderhevig aan verandering van betekenis. Het hakenkruis is van oorsprong een symbool dat onder andere staat voor de zon en de vier winstreken. Door de Nazi's is het hakenkruis zo besmet dat je je er niet met goed fatsoen mee kunt vertonen.

De symboolfunctie van de regenboog zou wel eens net zo ongrijpbaar, veranderlijk en vlietend kunnen zijn als de echte regenboog. Of net zo veelkleurig. Iedereen kan er het hare of zijne in zien. Geen enkele groep kan de regenboog voor zichzelf claimen, net zo min als de regenboog alleen aan de hemel verschijnt voor een select gezelschap. Misschien zou in plaats van een splijtzwam te zijn de regenboog juist die ándere symboolfunctie kunnen vervullen: die van een verbindende brug. Een teken van hoop dat we in al onze diversiteit meer gemeenschappelijk hebben dan we denken. Naïef gedacht misschien, maar wellicht een manier om die legendarische (en symbolische) pot met het goud van respect en verdraagzaamheid aan die gnoom van vooroordeel, haat en vijandigheid te ontfutselen.

vrijdag 8 augustus 2025

Ithamar


Bovenstaand plaatje is afkomstig uit het album met foto's van mijn reis naar Israël in augustus 1990. Het was een groepsreis waarin twee weken een gezelschap van jongeren - ik zou een paar weken later mijn vijfentwintigste verjaardag vieren - met Jeruzalem als uitvalsbasis het Land van Melk en Honing zou gaan bekijken. De deelnemers waren allen christelijk: Hervormd, Gereformeerd, Baptist en een verdwaalde Katholiek. Reisleider Pim (op de foto in het midden) zorgde regelmatig voor een quote uit de bijbel als onderschrift bij een bepaalde bezienswaardigheid. Onze gids was een Israëli met een Nederlandse achtergrond genaamd Ithamar, hier rechts op de foto, leunend op het hek.

Ithamar was als gids niet reisleider Pims eerste keus. Liever had deze een archeoloog of historicus als gids gehad. Ithamar was een geoloog die ’s zomers wat bijbeunde door groepen rond te leiden en op de bekende plaatsen iets te vertellen van de historie of andere interessante zaken. Hij was joods, maar niet religieus. Hoewel hij zich in ons gezelschap redelijk op de vlakte hield kon hij als wetenschapper het soms niet laten plagerige uitspraken te doen, bijvoorbeeld over de ouderdom van de aarde, of over de betrouwbaarheid van de bijbel als historische bron. Zo had hij grote twijfels of het verslag van Jezus' verhoor door Pilatus wel betrouwbaar was aangezien daar verder geen getuigen bij waren. Terugblikkend denk ik dat Ithamar het eerste zaadje van mijn latere vrijzinnigheid zaaide.

Maar wat Ithamar zei vond ik prikkelend en plausibel. Ithamar had met zijn wilde haardos wel iets kwajongensachtigs over zich, iets wat goed te zien is op de foto hierboven. Deze is genomen bij de Jordaan, bij zo'n plek waar gelovigen - vooral Amerikanen - graag kopje onder gingen om zich te laten dopen. Soms voor de tweede of zelfs derde keer, want hé, het is wel de rivier waar Jezus zich liet dopen. Dat Ithamar de hele vertoning wel vermakelijk vond bleek toen hij de typisch Amerikaanse theatraliteit van sommige dopelingen nadeed. 'Halleluja!' Terwijl op de foto ons gezelschap met Pim discussieert over wat nu de juiste manier van dopen is: baby's besprenkelen met een beetje water of als volwassene je helemaal onder laten dompelen, houdt Ithamar zich wijselijk afzijdig van dit christelijk onderonsje en leunt relaxt op de reling.

Na een opmerking over de bijbel als onfeilbaar en door God ingeblazen voelde Ithamar zich uitgedaagd om een stukje historisch-kritische bijbelwetenschap in de groep te gooien. Want als de bijbel onfeilbaar is moest deze toch een accuraat ooggetuigenverslag bevatten van de gebeurtenissen die erin beschreven zijn?  Neem bijvoorbeeld de oorsprong van de boeken van Mozes die niet door Mozes geschreven konden zijn. Zo vertelde Ithamar dat in de zevende eeuw voor Christus de Assyriërs, de toenmalige grootmacht, het noordelijke koninkrijk Israël veroverd hadden en de bevolking gedeporteerd. Het kleinere Juda was vooralsnog de dans ontsprongen maar was niet meer dan een ministaatje, een vazal van Assyrië, met Jeruzalem als hoofdstad.

Toen het stof van de oorlog neergedwarreld was en de Assyriërs hun handen ergens anders vol hadden besteeg de jonge koning Josia de troon in Juda. Door het machtsvacuüm lukte het Josia om bepaalde zaken eens flink aan te pakken. Zo voerde hij een forse - en gewelddadige - religieuze hervorming door, zelfs tot buiten de grenzen van zijn domein. Ook werd de vervallen tempel van Salomo eens flink onder handen genomen. Daarvoor moest natuurlijk heel wat opgeruimd worden. En zoals we allemaal wel eens meegemaakt hebben met het opruimen van een zolder of schuur, kwam er iets onverwachts tevoorschijn. In dit geval een boekrol met de wetten van Mozes. Die boekrol verscheen wel heel toevallig en er bleek ook van alles in te staan dat de religieuze hervorming van Josia van religieuze onderbouwing moest voorzien. Toen Ithamar ons dit vertelde zei hij nog net niet: ‘tadaa!’

Maar over het geheel ging Ithamar respectvol om met de religieuze gevoeligheden van het gezelschap. Zijn verantwoordelijkheid betrof ook het welzijn en de veiligheid van de groep. Aangezien het in deze contreien flink warm kan worden in augustus zag hij erop toe dat iedereen voldoende water dronk. Zeker na een wandeling. Een van de dames klaagde op een gegeven moment dat ze misselijk was van al dat water, waarop Ithamar zei: 'Ben je misselijk? Dan heb je nog niet genoeg gedronken.' Waarop de dame in kwestie met tegenzin haar fles leegdronk. Tijdens een wandeling in een kloof in de woestijn liet een steen los waarna een van de jongens in onze groep - die hoogtevrees bleek te hebben - verstarde van angst. Ithamar nam vervolgens de jongen aan de hand mee tot we weer bij de bus waren.

Hij laveerde het gezelschap ook wijselijk om gebieden heen waar gevaar op de loer kon liggen. Ook waarschuwde hij dat sommige verkopers van broden hun waren nog wel eens met kar en al omkiepten om vervolgens de argeloze toerist te beschuldigen dit te hebben gedaan en schadevergoeding te eisen. Daarnaast was hij er als de kippen bij als een winkelier te veel voor een souvenir rekende en moedigde hij ons aan om altijd af te dingen. Bij wijken met veel orthodoxe Joden was het advies aan de dames: kleed je zedig. Dat advies gaf hij ook aan een Amerikaanse dame bij een bezoek aan Kapernaüm. Met die blote knieën zouden de paters daar haar de site niet laten betreden.

Bij Ein Gedi.
Op de achtergrond de Dode Zee

Was het de eerste helft van de reis vooral sightseeing in Jeruzalem en directe omgeving, het tweede deel van de reis betrof de verkenning van de rest van het land, om te beginnen met een reis naar het diepe zuiden; richting de Negev en Eilat. Op de dag van vertrek zaten we in de lobby van het hotel op de bus te wachten. Buiten was het ongewoon fris en bewolkt, maar geen nood: naarmate we verder in het zuiden kwamen zou de temperatuur wel oplopen. Op een tv stond het nieuws aan en toonde beelden van rijdende tanks en een kaart van Irak. Het was duidelijk dat er iets ernstigs aan de hand was in de Golf. Ithamar vertelde dat Irak Koeweit was binnengevallen.

Met dit nieuws stapten we in de bus en weldra lieten we Jeruzalem achter ons. Eenmaal bij de stad Beerscheba, aan de rand van de Negev, klaarde het weer op en naarmate we verder de woestijn in reden liep ook de temperatuur op. Vanwege de vele militaire bases in het gebied was het op veel plaatsen niet toegestaan om te fotograferen. Op een geven moment klonk het uit de microfoon: 'Er zijn hier kamelen.' En inderdaad sjokten er een paar dromedarissen relaxt door het land. Volgens Ithamar waren ze niet wild. De eigenaars, Bedoeïenen, hielden zich waarschijnlijk ergens vlakbij op.

Als geoloog had Ithamar ook oog voor het bijzondere landschap met zijn kloven, rotspartijen en adembenemende vergezichten . Zo werden we getrakteerd op de verbluffende schoonheid van de Wadi Paran en het Keteldal van Ramon. Uitkijkend over deze valleien werd ik getroffen door de tastbare stilte die het landschap omhulde. De rotswanden met hun opgestapelde aardlagen boden een inkijkje in de geschiedenis van onze planeet. Hier ervaarde ik het gevoel van wat de Diepe Tijd wordt genoemd: geologische tijd die miljoenen tot miljarden jaren omspant. Tijd van een schaal die iedere menselijke ervaring en voorstellingsvermogen te boven gaat. (In haar boek 'Geheimen uit de diepe tijd' zegt Helen Gordon dat  we begrip van diepe tijd nodig hebben om ons vragen te kunnen stellen als: 'Waarom ben ik hier?', 'Waar kom ik vandaan?' en: 'Waar ga ik naartoe?'.) Veel meer dan de religieuze heksenketel van Jeruzalem maakte dit landschap een enorme indruk op mij.

Keteldal van Ramon

Ithamar heeft nog meer prachtige landschappen laten zien zoals de zoutsteenformaties bij de Dode Zee. Op een voormalig strand van prehistorisch meer vertelde hij dat de Dode Zee met de Jordaanvallei de noordelijke uitloper vormt van de Grote Slenk of Riftvallei die via de Rode Zee zich dwars door Afrika heen slingert tot in Mozambique. Door de vele fossielen van vroege mensachtigen weten we ook dat het de plaats is waar de mens is ontstaan. De vallei is nog steeds actief en zal uiteindelijk zich verbreden en verdiepen waardoor er een nieuwe oceaan zal ontstaan.

Met het nieuws uit Gaza en de vreselijke beelden op tv moest ik onlangs weer aan Ithamar denken. Hij uitte zich niet vaak over politiek (hij maakte zich wel zorgen over de gevolgen van de bezetting van Koeweit) of over de intifada. Toen ik opmerkte dat Gaza tot 1967 onder Egyptisch bestuur stond en mij afvroeg of Egypte na de teruggave van de Sinaï ook Gaza niet terug wilde zei hij alleen maar: 'Hadden ze het maar teruggegeven.' Terugdenkend aan deze vakantie en bladerend door het fotoalbum met de onderschriftjes die ik erbij had gezet komen de herinneringen bovendrijven. Ook zie ik dat ik in die tijd weinig theologisch onderlegt was en naïef wat betreft religieuze aangelegenheden en Israël. De wereld in nu eenmaal complex en niet zwart-wit.

Ik vraag me af of Ithamar nog leeft, wat hij zou denken van deze hele toestand? Maar ik ben ook blij dat hij mij een inkijkje gaf in de diepe tijd die alles relativeert en in perspectief van de eeuwigheid plaatst waarin de mensheid slechts een voetnoot is. Het is zoals Gordon het in haar boek zegt: in het licht van de enorme tijdspannen is de ons als individu, maar ook als soort, toegemeten tijd schokkend kort. Die kunnen we dan ook maar beter goed gebruiken.

maandag 4 augustus 2025

Gods carrière overdacht tijdens het strijken

Tijdens het wegwerken van het strijkgoed mag ik nog wel eens naar een leerzaam en informatief filmpje kijken. Ik ben vooral geïnteresseerd in filmpjes over zaken als religie, geschiedenis en aanverwante onderwerpen, maar ook astronomie en kosmologie hebben mijn  belangstelling. Wat betreft religie zijn Religion for Breakfast, Let's Talk Religion, Myth Vision en Esoterica zeer de moeite waard. Tijdens de laatste strijk stond Esoterica van Dr. Justin Sledge op. Sledge, die o.a. gestudeerd heeft aan de Universiteit van Amsterdam, behandelt in zijn YouTubekanaal een hele reeks onderwerpen die vooral gaan over het occulte in geschiedenis, wijsbegeerte en religie.

Wie denkt dat Sledge tips geeft om geesten op te roepen of de toekomst te voorspellen met theeblaadjes heeft het mis. Esoterica is een academisch kanaal en als zodanig hanteert Sledge een academisch atheïsme met betrekking tot het bestaan van het bovennatuurlijke of God. Wat zijn eigen religieuze overtuigingen betreft zegt hij dat hij deze achterlaat bij de deur zodra hij de academische ruimte - in dit geval zijn YouTubekanaal - betreedt. Het gaat om historische feiten. Je geloof de geschiedenis laten bepalen is verraad plegen aan beide, zegt hij. Zijn baard en keppeltje zijn echter een weggevertje wat betreft zijn religieuze affiliatie. Maar bovenal: Sledge is behalve erudiet ook erg geestig.

Het bewuste filmpje  - zeg maar college - dat ik tijdens de strijk keek ging dit keer over de oorsprong van de godsnaam Jahweh. Daarbij legt Sledge ook uit dat het uitspreken van de naam geen poging is 'Gods naam ijdel te gebruiken' maar een academische poging - Esoterica is immers een academisch kanaal - om de naam, waarvan de oorspronkelijke uitspraak verloren is gegaan, uit te spreken. (Als ik hier ‘Jahweh’ schrijf, volg ik Sledge daarin.) We kennen de naam alleen als JHWH. Zonder klinkers dus. Vrome Joden zullen bij het voorlezen HaShem (De Naam) zeggen of Adonai (Heer). In Nederlandse bijbels zul je HEER in hoofdletters lezen als er JHWH in de Hebreeuwse tekst staat. Vandaar dat in met name oudere vertalingen als de Statenvertaling het wat vreemde Heere HEERE staat. We kennen ook nog de naam Jehovah, maar dit berust op een misvatting. Ongeacht wat zijn Getuigen je wijs proberen te maken. Als er 'God' staat, is dit een vertaling van 'El'.

Sledge tracht in zijn college de oorsprong en ontwikkeling van Jahweh van plaatselijke godheid – en relatieve nieuwkomer – tot de enige en almachtige God (dé God) te schetsen. Wat betreft de oorsprong tasten geleerden in het duister waar de naam Jahweh voor het eerst opduikt. Waarschijnlijk moeten we de oorsprong zoeken in het zuidwesten van het huidige Jordanië. (Wellicht herinnert Habakuk 3 daaraan als daarin verwezen word naar Paran en Teman, gebieden ten zuiden van de Dode Zee.) De naam Jahweh kent verschillende variaties als Jah of Jahu en betekent zoiets als Hij (die) is. Als plaatselijke godheid lijkt hij vooral een storm- en onweersgod te zijn geweest. De stormen waarmee hij geassocieerd wordt zijn de onweersstormen die plotseling in de woestijn kunnen ontstaan en verwoestende flash floods veroorzaken. Daarnaast is Jahweh ook een krijger-god en als zodanig nogal heetgebakerd.

Uiteindelijk duikt Jahweh ook op in Kanaän (het huidige Israël en Palestina). Zijn oudste heiligdom schijnt in Shilo te hebben gestaan, maar het was zeker niet het enige. In het Kanaänitische pantheon is Jahweh een van de 70 zonen van de oppergod El. El is de grootvaderlijke schepper en voorzitter van de hemelse raad. Zo zegt Sledge: als je God voorstelt als een 'vent met een baard' dan is dat El. De voorstellingen van een uitgebreide godenfamilie duiken hier en daar op in de bijbel, zoals in psalm 82:"God staat in de vergadering der goden. Hij houdt gericht te midden der goden." 

Deuteronomium 32 vertelt van Elyon (de Hoogste God) die de aarde verdeelt onder de volken en de grenzen bepaalde ‘naar het aantal nazaten van Israël.’ In andere bronnen staat hier echter: ‘naar het aantal van de zonen van God’ waarbij Elyons zoon Jahweh Israël als erfdeel toegewezen krijgt. Een latere redacteur zat hier blijkbaar mee in zijn maag zodat de passage nu veronderstelt dat Elyon en Jahweh een en dezelfde zijn. Ook later zal in de bijbel El met Jahweh tot een God samenvloeien. Zo wordt gezegd dat de aardsvaders God als El kenden maar dat hij zijn naam JHWH pas aan Mozes openbaarde. In haar zeer leesbare boek ‘God. An Anatomy’ zegt Francesca Stavrakopoulou dat ook andere oude delen van de Hebreeuwse bijbel iets laten doorschemeren over de vroege carrière van Jahweh als een woeste stormgod die geassocieerd wordt met onherbergzame, ruige berggebieden als de Negev en het zuiden van Jordanië.

In de bijbel lezen we van Jahweh als stormgod of als krijgsheer, zoals in Psalm 144:

    JHWH, schuif uw hemel open en daal af, raak de bergen aan zodat ze roken. Werp uw bliksem, sla de volken uiteen, schiet uw pijlen en verdrijf hen.

Of in Exodus 15:

    Zijn naam is JHWH, hij is een krijgsheld.

En in Habakuk 3:

    U haalt uw boog tevoorschijn, op uw bevel zoeven de pijlen.

    Nu uw pijlen flitsen en lichten, nu uw lans schittert en bliksemt, trekken zon en maan zich terug.

Samenvattend zegt Sledge onder meer:

Jahweh is een god die oorspronkelijk van buiten Kanaän afkomstig is en later stamgod van de Israëlieten werd. Aanvankelijk was El de god van Israël. Het is mogelijk dat Israël van oorsprong een sociaal-religieuze groep was die zich afzette tegen de andere Kanaänieten en zich later tot een etnische groep ontwikkelde.

Jahweh had verschillende heiligdommen verspreid over de koninkrijken Israël (in het noorden) en Juda (in het zuiden). De bekendste tempel is die van Jeruzalem. In het noorden werd Jahweh als een stier afgebeeld. Het verhaal van het gouden kalf is waarschijnlijk een polemiek daartegen.

Na de verwoesting door de Assyriërs van het noordelijke Israël werd de cultus van Jahweh gecentraliseerd in Jeruzalem en werden concurrerende heiligdommen verboden en vernietigd. Later zou koning Josia (648 - 609 v.C.) ook nog in gebruik zijnde heiligdommen als in Betel in het noorden hardhandig vernietigen.

Jahweh lijkt net als El een gemalin te hebben gehad: Ashera. Haar cultusvoorwerp, de Asherapaal, stond ook in de tempel in Jeruzalem. Deze paal was wellicht een vruchtbaarheidssymbool. Later werd deze verwijderd om de cultus te zuiveren van elke herinnering aan haar.

Dat Jahweh de god van Israël was betekende niet dat men niet in het bestaan van andere goden geloofde. De exclusieve verering van Jahweh was een stap van polytheïsme (het aanbidden van meerdere goden) via henotheïsme en monolatrie (het exclusief vereren van een enkele god) naar het monotheïsme (er is maar één God). Vandaar dat vaak gezegd wordt dat God een jaloers God is en het aanbidden van andere goden wordt vergeleken met overspel.

Jahweh heeft lang moeten concurreren met een ander stormgod: Baäl, ook een van de zonen van El. Werd Jahweh vooral geassocieerd met onweersstormen in de woestijn, Baäl was vooral de god van de stormen die regen brachten vanaf de Middellandse Zee, zonder welke de Levant een woestijn zou zijn. Een van de titels van Baäl was Adon, die later vergriekst werd tot Adonis.

Griekse en Romeinse schrijvers associeerden Jahweh nog wel eens met de Egyptische god Seth. Ook Seth werd gezien als de god van de wildernis. Seth werd aanvankelijk afgebeeld als een dier van onduidelijke oorsprong, maar later als een ezel. Misschien omdat in de bijbel meestal niet in positieve zin naar Egypte wordt verwezen werd de verbinding Seth-Jahweh gelegd.

Na de verwoesting van Jeruzalem in 588 v.C. door de Babylonische koning Nebukadnezar werd de Jeruzalemse elite afgevoerd naar Babel. Deze ballingschap veroorzaakte een geloofscrisis aangezien goden in die tijd vaak gebonden werden geacht te zijn aan hun tempel en het thuisland. Dus kwam de vraag op: hoe kunnen we het lied van Jahweh zingen in een vreemd land? (Psalm 134) Om deze vraag te beantwoorden bedachten de ballingen een geniale zet en werd de lokale Jahweh gepromoveerd tot dé God. De enige, universele schepper van hemel en aarde. Daarbij nam Jahweh ook de aardige en zorgzame kanten van El en Ashera in zich op.

Eenmaal in de gelegenheid om terug te keren naar Jeruzalem trachtten de ballingen daar alle resten van de oude religie en elke vorm van syncretisme (vermenging van verschillende godsdiensten) die zich daar nog bevonden op te ruimen. Dat betekende ook dat gemengde huwelijken ontbonden moesten worden en niet-joodse partners en hun kinderen weggestuurd werden. Het was het begin van een ontwikkeling die zou leiden tot het jodendom met zijn strikte monotheïsme en van waaruit later het christendom en de islam in al hun varianten zouden onstaan.


Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...