Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste keer dat ik naar Griekenland met vakantie ging. Op de foto hierboven sta ik op het balkon van de kamer van Hotel Kos, dat net buiten het centrum van de stad gelegen was en op loopafstand van de zee. Niet dat het strand daar veel voorstelde. Dit was voornamelijk een strook kiezels, hier en daar onderbroken door een lap beton die dienst deed als golfbreker. Die golfbrekers waren vooral geliefd bij zonaanbidders die daar de handdoek op uitspreidden om ongestoord te bakken.
Dat laatste was niet per se aan te bevelen aangezien wat verderop de vaarroute lag waar veel passagiersschepen en ferry's op weg naar de haven gebruik van maakten. Was er over het algemeen geen golfslag van betekenis, dan veranderde dat snel als er weer zo'n schuit net voorbij was gevaren. Zo ook die keer toen ik zag hoe een nietsvermoedende dame in bikini een flinke boeggolf over zich heen kreeg en haar spulletjes in zee zag verdwijnen.
Ik had voor mijn eerste vliegvakantie gekozen voor een christelijke jongerenreis. Het gezelschap bestond uit een kleine 20 personen. Reisleider Jan - een bekende van mij - zorgde elke avond voor een stichtelijk woord. Het hotel was voorzien van een zwembad met bar. Het verzoek was: na het toiletbezoek het wc-papier niet doorspoelen, maar in de daarvoor bestemde emmer deponeren. Samen met nog een jongen (Erwin of Edwin?) deelden Jan en ik een driepersoonskamer. De luxe spatte er niet vanaf maar het was netjes, hoewel Erwin (Edwin?) een keer een flinke kakkerlak had gevonden en zijn prooi onder Jans kussen had verstopt. Jan had die nacht niets van het insect gemerkt.
Erwin (Edwin?) bleek een kunstbeen te hebben. Dat had hij wel verteld maar het was toch een bijzondere ervaring om dit been, met de broek eromheen, rechtop naast zijn bed te zien staan. De warmte bracht voor hem nog een ander ongemak mee. Om zijn kunstbeen goed te bevestigen had hij een soort passtuk. Dat ging om de stomp voordat het kunstbeen zelf werd 'aangetrokken.' Helaas ging door de hitte de stomp zweten waardoor Erwin (Edwin?) onder het lopen scheetgeluiden maakte. Gelukkig had hij ook een stel krukken meegenomen waarmee hij zich soepel kon voortbewegen. Een kennis van hem had deze voorzien van twee brede kunststof schijven zodat de krukken bij een bezoek aan het strand niet in meteen in het zand zouden verdwijnen. Bij het eten 's avonds ging het aan, maar bij uitstapjes bleef het kunstbeen achter in de hotelkamer.
![]() |
| De hotelkamer met in de hoek rechts het kunstbeen met broek |
Zo ook die keer dat we een bootje hadden gehuurd bij ene meneer Yannis voor een vaartochtje naar het sponzeneiland Kalymnos en naar een afgelegen strandje om te gaan snorkelen. Na op Kalymnos ons vergaapt te hebben aan de vele natuursponzen, loufahs en andere souvenirs die te koop werden aangeboden zouden we weer scheep gaan. Helaas schatte Erwin de afstand tussen de kade en de boot niet goed in waardoor hij letterlijk tussen wal en schip terecht kwam. Hij kon zich ternauwernood aan de reling vasthouden. Toen het bootje even later de haven verliet maakt het plots rechtsomkeert omdat Erwins portefeuille nog op de bodem van de haven bleek te liggen. Al gauw had een behendige sponzenvisser de portefeuille tussen de zee-egels gevonden en aan de rechtmatige eigenaar terug gegeven.
Dit was overigens niet het enige akkefietje van de vakantie. Voor een ritje over het eiland hadden we twee jeeps gehuurd. Ik zou een van de vehikels besturen. Omdat ik geen ervaring had met autorijden in Griekenland deed ik het voorzichtig aan, maar de bestuurder van de andere jeep, een blond alfamannetje, gaf vol gas en verdween al snel in de verte. Maar even later passeerden we dezelfde jeep, half in greppel liggend die de rotswand van de weg scheidde, met de passagiers hevig geschrokken en wat bleekjes ernaast.
Alfamannetje bleek achteraf te snel op een haarspeldbocht af gereden te zijn. De keuze was: óf met z'n allen de afgrond in óf tegen de rots. In 'a split second' koos Alfamantje voor het laatste waardoor hij er slechts met een gebroken arm vanaf kwam - en de rest van de vakantie niet mocht zwemmen - en de anderen met de schrik. Het had dus veel slechter af kunnen lopen. We zetten de Jeep weer rechtop en deze bleek gelukkig weinig schade te hebben en nog te kunnen rijden.
![]() |
| Op het Asklepion |
![]() |
| Bij de draagvleugelboot |
![]() |
| Bij Paradise Beach |





Geen opmerkingen:
Een reactie posten