maandag 4 augustus 2025

Gods carrière overdacht tijdens het strijken

Tijdens het wegwerken van het strijkgoed mag ik nog wel eens naar een leerzaam en informatief filmpje kijken. Ik ben vooral geïnteresseerd in filmpjes over zaken als religie, geschiedenis en aanverwante onderwerpen, maar ook astronomie en kosmologie hebben mijn  belangstelling. Wat betreft religie zijn Religion for Breakfast, Let's Talk Religion, Myth Vision en Esoterica zeer de moeite waard. Tijdens de laatste strijk stond Esoterica van Dr. Justin Sledge op. Sledge, die o.a. gestudeerd heeft aan de Universiteit van Amsterdam, behandelt in zijn YouTubekanaal een hele reeks onderwerpen die vooral gaan over het occulte in geschiedenis, wijsbegeerte en religie.

Wie denkt dat Sledge tips geeft om geesten op te roepen of de toekomst te voorspellen met theeblaadjes heeft het mis. Esoterica is een academisch kanaal en als zodanig hanteert Sledge een academisch atheïsme met betrekking tot het bestaan van het bovennatuurlijke of God. Wat zijn eigen religieuze overtuigingen betreft zegt hij dat hij deze achterlaat bij de deur zodra hij de academische ruimte - in dit geval zijn YouTubekanaal - betreedt. Het gaat om historische feiten. Je geloof de geschiedenis laten bepalen is verraad plegen aan beide, zegt hij. Zijn baard en keppeltje zijn echter een weggevertje wat betreft zijn religieuze affiliatie. Maar bovenal: Sledge is behalve erudiet ook erg geestig.

Het bewuste filmpje  - zeg maar college - dat ik tijdens de strijk keek ging dit keer over de oorsprong van de godsnaam Jahweh. Daarbij legt Sledge ook uit dat het uitspreken van de naam geen poging is 'Gods naam ijdel te gebruiken' maar een academische poging - Esoterica is immers een academisch kanaal - om de naam, waarvan de oorspronkelijke uitspraak verloren is gegaan, uit te spreken. (Als ik hier ‘Jahweh’ schrijf, volg ik Sledge daarin.) We kennen de naam alleen als JHWH. Zonder klinkers dus. Vrome Joden zullen bij het voorlezen HaShem (De Naam) zeggen of Adonai (Heer). In Nederlandse bijbels zul je HEER in hoofdletters lezen als er JHWH in de Hebreeuwse tekst staat. Vandaar dat in met name oudere vertalingen als de Statenvertaling het wat vreemde Heere HEERE staat. We kennen ook nog de naam Jehovah, maar dit berust op een misvatting. Ongeacht wat zijn Getuigen je wijs proberen te maken. Als er 'God' staat, is dit een vertaling van 'El'.

Sledge tracht in zijn college de oorsprong en ontwikkeling van Jahweh van plaatselijke godheid – en relatieve nieuwkomer – tot de enige en almachtige God (dé God) te schetsen. Wat betreft de oorsprong tasten geleerden in het duister waar de naam Jahweh voor het eerst opduikt. Waarschijnlijk moeten we de oorsprong zoeken in het zuidwesten van het huidige Jordanië. (Wellicht herinnert Habakuk 3 daaraan als daarin verwezen word naar Paran en Teman, gebieden ten zuiden van de Dode Zee.) De naam Jahweh kent verschillende variaties als Jah of Jahu en betekent zoiets als Hij (die) is. Als plaatselijke godheid lijkt hij vooral een storm- en onweersgod te zijn geweest. De stormen waarmee hij geassocieerd wordt zijn de onweersstormen die plotseling in de woestijn kunnen ontstaan en verwoestende flash floods veroorzaken. Daarnaast is Jahweh ook een krijger-god en als zodanig nogal heetgebakerd.

Uiteindelijk duikt Jahweh ook op in Kanaän (het huidige Israël en Palestina). Zijn oudste heiligdom schijnt in Shilo te hebben gestaan, maar het was zeker niet het enige. In het Kanaänitische pantheon is Jahweh een van de 70 zonen van de oppergod El. El is de grootvaderlijke schepper en voorzitter van de hemelse raad. Zo zegt Sledge: als je God voorstelt als een 'vent met een baard' dan is dat El. De voorstellingen van een uitgebreide godenfamilie duiken hier en daar op in de bijbel, zoals in psalm 82:"God staat in de vergadering der goden. Hij houdt gericht te midden der goden." 

Deuteronomium 32 vertelt van Elyon (de Hoogste God) die de aarde verdeelt onder de volken en de grenzen bepaalde ‘naar het aantal nazaten van Israël.’ In andere bronnen staat hier echter: ‘naar het aantal van de zonen van God’ waarbij Elyons zoon Jahweh Israël als erfdeel toegewezen krijgt. Een latere redacteur zat hier blijkbaar mee in zijn maag zodat de passage nu veronderstelt dat Elyon en Jahweh een en dezelfde zijn. Ook later zal in de bijbel El met Jahweh tot een God samenvloeien. Zo wordt gezegd dat de aardsvaders God als El kenden maar dat hij zijn naam JHWH pas aan Mozes openbaarde. In haar zeer leesbare boek ‘God. An Anatomy’ zegt Francesca Stavrakopoulou dat ook andere oude delen van de Hebreeuwse bijbel iets laten doorschemeren over de vroege carrière van Jahweh als een woeste stormgod die geassocieerd wordt met onherbergzame, ruige berggebieden als de Negev en het zuiden van Jordanië.

In de bijbel lezen we van Jahweh als stormgod of als krijgsheer, zoals in Psalm 144:

    JHWH, schuif uw hemel open en daal af, raak de bergen aan zodat ze roken. Werp uw bliksem, sla de volken uiteen, schiet uw pijlen en verdrijf hen.

Of in Exodus 15:

    Zijn naam is JHWH, hij is een krijgsheld.

En in Habakuk 3:

    U haalt uw boog tevoorschijn, op uw bevel zoeven de pijlen.

    Nu uw pijlen flitsen en lichten, nu uw lans schittert en bliksemt, trekken zon en maan zich terug.

Samenvattend zegt Sledge onder meer:

Jahweh is een god die oorspronkelijk van buiten Kanaän afkomstig is en later stamgod van de Israëlieten werd. Aanvankelijk was El de god van Israël. Het is mogelijk dat Israël van oorsprong een sociaal-religieuze groep was die zich afzette tegen de andere Kanaänieten en zich later tot een etnische groep ontwikkelde.

Jahweh had verschillende heiligdommen verspreid over de koninkrijken Israël (in het noorden) en Juda (in het zuiden). De bekendste tempel is die van Jeruzalem. In het noorden werd Jahweh als een stier afgebeeld. Het verhaal van het gouden kalf is waarschijnlijk een polemiek daartegen.

Na de verwoesting door de Assyriërs van het noordelijke Israël werd de cultus van Jahweh gecentraliseerd in Jeruzalem en werden concurrerende heiligdommen verboden en vernietigd. Later zou koning Josia (648 - 609 v.C.) ook nog in gebruik zijnde heiligdommen als in Betel in het noorden hardhandig vernietigen.

Jahweh lijkt net als El een gemalin te hebben gehad: Ashera. Haar cultusvoorwerp, de Asherapaal, stond ook in de tempel in Jeruzalem. Deze paal was wellicht een vruchtbaarheidssymbool. Later werd deze verwijderd om de cultus te zuiveren van elke herinnering aan haar.

Dat Jahweh de god van Israël was betekende niet dat men niet in het bestaan van andere goden geloofde. De exclusieve verering van Jahweh was een stap van polytheïsme (het aanbidden van meerdere goden) via henotheïsme en monolatrie (het exclusief vereren van een enkele god) naar het monotheïsme (er is maar één God). Vandaar dat vaak gezegd wordt dat God een jaloers God is en het aanbidden van andere goden wordt vergeleken met overspel.

Jahweh heeft lang moeten concurreren met een ander stormgod: Baäl, ook een van de zonen van El. Werd Jahweh vooral geassocieerd met onweersstormen in de woestijn, Baäl was vooral de god van de stormen die regen brachten vanaf de Middellandse Zee, zonder welke de Levant een woestijn zou zijn. Een van de titels van Baäl was Adon, die later vergriekst werd tot Adonis.

Griekse en Romeinse schrijvers associeerden Jahweh nog wel eens met de Egyptische god Seth. Ook Seth werd gezien als de god van de wildernis. Seth werd aanvankelijk afgebeeld als een dier van onduidelijke oorsprong, maar later als een ezel. Misschien omdat in de bijbel meestal niet in positieve zin naar Egypte wordt verwezen werd de verbinding Seth-Jahweh gelegd.

Na de verwoesting van Jeruzalem in 588 v.C. door de Babylonische koning Nebukadnezar werd de Jeruzalemse elite afgevoerd naar Babel. Deze ballingschap veroorzaakte een geloofscrisis aangezien goden in die tijd vaak gebonden werden geacht te zijn aan hun tempel en het thuisland. Dus kwam de vraag op: hoe kunnen we het lied van Jahweh zingen in een vreemd land? (Psalm 134) Om deze vraag te beantwoorden bedachten de ballingen een geniale zet en werd de lokale Jahweh gepromoveerd tot dé God. De enige, universele schepper van hemel en aarde. Daarbij nam Jahweh ook de aardige en zorgzame kanten van El en Ashera in zich op.

Eenmaal in de gelegenheid om terug te keren naar Jeruzalem trachtten de ballingen daar alle resten van de oude religie en elke vorm van syncretisme (vermenging van verschillende godsdiensten) die zich daar nog bevonden op te ruimen. Dat betekende ook dat gemengde huwelijken ontbonden moesten worden en niet-joodse partners en hun kinderen weggestuurd werden. Het was het begin van een ontwikkeling die zou leiden tot het jodendom met zijn strikte monotheïsme en van waaruit later het christendom en de islam in al hun varianten zouden onstaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...