woensdag 30 juli 2025

This I know, for the Bible tells me so

 

Ik kom ze nog wel eens online tegen. Gelovige mensen die hun mening over bijvoorbeeld LHBTI-ers, de evolutietheorie of Israël onderbouwen door een stroom aan citaten uit, en verwijzingen naar de bijbel over de lezer of luisteraar uit te storten. Nu is menigeen die niet thuis is in de bijbel, of daar niets mee heeft, niet meteen genegen om deze bewijzen of onderbouwing serieus te nemen of daarvan onder de indruk te zijn. Het gelijk van de bijbel bewijzen met verwijzingen naar de bijbel lijkt dan op de reclameslogan “Wij van wc-eend adviseren wc-eend.”

Ik kan mij diensten herinneren met predikers of voorgangers die hun hele betoog stutten met verwijzingen naar de bijbel. De toehoorders in de zaal zaten dan ijverig in hun bijbel te bladeren, met potlood of pen in de aanslag om de genoemde passage te onderstrepen. Sommigen hadden zelfs zogenaamde bijschrijfbijbels met een brede marge naast de tekst. Daar kon je dan tijdens de dienst mooi aantekeningen in maken. Daardoor leken sommige bijbels meer op kleur- en plakboeken die door het vele gebruik vaak in erbarmelijke staat verkeerden.

Soms werd er ook een soort bijbeltje prik gedaan, waarbij de bijbel als een soort orakelboek werd gebruikt. Vraag iets - bijvoorbeeld om een advies of een bemoedigend woord - sla de bijbel op een willekeurige plek open en laat een vinger op een plek of een passage neerkomen. En, voilà, daar is je antwoord. Lastig wordt het als de gevonden tekst zoiets zegt als “hij ging heen en verhing zich.” Tja, dat is niet echt bemoedigend. Maar als bij een tweede poging de tekst zegt: “doet gij evenzo” wordt het problematisch.

De kritische lezer zal in de bijbel dingen lezen die met elkaar in tegenspraak zijn; die soms bizar (de visioenen van de profeet Ezechiël lijken voort te zijn gekomen uit migraineaanvallen volgens de psychiater Oliver Sacks) overkomen, achterhaald of zelfs immoreel. Wie ervan uitgaat dat de bijbel eeuwige en onveranderlijke waarheden bevat, het onfeilbare Woord van God is, zal grote moeite moeten doen – en dat vaak ook doen – om deze tegenstellingen met elkaar te verzoenen. Of bijvoorbeeld trachten bijbelse voorstellingen van de kosmos (platte aarde onder een koepel met de hemellichamen als sfeerverlichting) in overeenstemming met moderne wetenschappelijke inzichten over het heelal en het onstaan van het leven te brengen. Daarbij wordt vergeten dat de bijbel geen monoliet is, zo uit de hemel neergedaald, maar een collectie van boeken geschreven door uiteenlopende auteurs in verschillende tijden, regelmatig geredigeerd en aangepast aan de eigen theologische voorkeur en smaak.

Sommige oude stukken bevatten archaïsche Hebreeuwse woorden die voor de hedendaagse bijbelverklaarder onvertaalbaar zijn omdat de oorspronkelijke betekenis opgegaan is in de mist van eeuwen vergetelheid, of omdat ze meervoudig interpretabel zijn. Ook de keuze welke boeken tot de canon behoren – de canon (Grieks voor maatstaf of richtsnoer) is de selectie geschriften die tot de bijbel behoren – is een proces van eeuwen geweest. Zo heeft de katholieke bijbel meer boeken in het oude testament dan de protestantse bijbel. Het christelijke oude testament kent weer een andere volgorde dan de joodse bijbel, de Tenach. Daarnaast zijn er bosjes geschriften die niet door de keuring zijn gekomen. Enkele daarvan zijn bewaard, andere kennen we alleen van verwijzingen en citaten en van een heleboel weten we hoegenaamd niets.

Vaak worden losse bijbelteksten op kaarten gezet of met mooie plaatjes ingelijst en aan de muur gehangen. Wie kent ook niet het lied Rivers of Babylon van Boney M.? Hoeveel mensen weten dat dit een hertaling is van Psalm 137, waarin de ellende van de ballingschap bezongen en beweend wordt? “Aan Babels rivieren, daar zaten wij neer, ja weenden, als wij dachten aan Sion.”[1] Nog minder weten hoe deze Psalm eindigt: “Zalig wie grijpt en verplettert jouw zuigelingen tegen de steenrots.” Oeps. Niet echt een opsteker voor op een leuke kaart, bijvoorbeeld als gelukwens – of meer verwensing – na de geboorte van een baby. Voorwaar, de bijbel is niet altijd een bron van citaten van een spiritualiteit a la de Happinez. Het is ook geen boek voor mensen met een zwakke maag.

Hieronder nog even wat passages die ik vond door middel van ‘bijbeltje-prik’:[2]

“Op de altaren in Samaria bracht hij (koning Josia) de priesters van de offerplaatsen ten offer en hij verbrandde er mensenbeenderen.” (2 Koningen 23 vers 20)

“Ze zijn hun kater nog niet kwijt of ze haasten zich al naar de hoeren.” (Hosea 4 vers 18)

“Ik leef liever samen met een leeuw en een draak dan met een kwaadaardige vrouw.” (Sirach 25 vers 16”

“Wanneer bij een man onrein vocht uit zijn lid stroomt, is hij onrein. Of er nu afscheiding uit zijn lid stroomt of zijn lid door afscheiding verstopt raakt, hij is beide gevallen onrein.” (Leviticus 15 vers 2)

“Als een palm is je gestalte, je borsten zijn als druiventrossen.” (Hooglied 7 vers 8)

“Ze verlangde terug naar haar minnaars daar, die zo zwaar geschapen zijn als ezels en hun zaad lozen als hengsten.” (Ezechiël 23 vers 20)

“Ze moeten zich laten castreren, die onruststokers!” (Paulus’ brief aan de Galaten 5 vers 12)

Deze citaten zeggen op zich niet zoveel natuurlijk als ze zo uit hun context gerukt worden. Het heeft weinig zin om mensen ermee om de oren te slaan om je gelijk te halen. De bijbel wordt dan een soort buikspreekpop om vooral je eigen mening van een goddelijk stempel van goedkeuring te voorzien. Je gebruikt die teksten die je van pas komen. De rest wordt genegeerd. Wie iets van de Europese geschiedenis wil begrijpen en van de religieuze achtergronden van het heilloze conflict in Gaza kan niet om de bijbel heen. Zeker als sommige van Israëls fans dingen vergoelijken door uit de bijbel teksten op te diepen waarin geboden wordt niet-israëlitische volken te verjagen, of zelfs te doden. Zoals in 1 Samuel 15 waarin staat dat koning Saul de Amalekieten moet doden. “Spaar ze niet…: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.” Netanyahu, o gruwel, schijnt de Palestijnen al vergeleken te hebben met de Amalekieten.

Wat wel van belang is de teksten te lezen voor wat ze zijn: religieuze literatuur met soms mooie verhalen maar ook bizarre en onmenselijke verhalen van wijsheid en dwaasheid. Maar geen in beton gegoten waarheden en leefregels om letterlijk te nemen of na te volgen. Een menselijk boek ter lering ende vermaak, maar geen handboek of grondwet hoe een samenleving in te richten. Dan zouden zaken als slavernij, een onderdanige positie van de vrouw – het tiende gebod plaatst haar op een lijn met het personeel, het vee en het vastgoed van de man – en draconische straffen op futiliteiten als het stoken van een vuurtje op de sabbat tot de gewoonste zaak van de wereld behoren.



[1] Naardense Bijbel

[2] Deze teksten komen uit de Nieuwe Bijbel Vertaling

dinsdag 22 juli 2025

Aan de wandel

Als het een beetje kan wil ik graag de dag beginnen met een stevige wandeling. Liefst vroeg in de morgen. Het is hoogzomer. De temperatuur kan flink oplopen, de zon schijnt soms krachtig deze dagen en mijn pigmentarme huid is erg gevoelig voor een teveel aan uv-straling. De wereld is ’s ochtends frisser en het licht van de laagstaande zon is warmer van tint en valt in brede banen tussen de bomen door.

Lopen, een stap voor de ander, is de oudste vorm van voortbewegen van de mens. Nog voor paarden en andere rijdieren ons – niet geheel vrijwillig, neem ik aan – op de rug namen of zich voor onze karretjes lieten spannen bewoog de mensheid zich stap voor stap voort. Op deze wijze verspreidden onze voorouders zich tijdens het grootste deel van onze geschiedenis van onze geboortegrond in Afrika tot de uithoeken van alle werelddelen. (Australië zal eilandhoppend per vlot bereikt zijn.)

De cadans van het lopen is een vorm van meditatie waarbij elke stap een eigen resonantie heeft. Door te lopen beweeg je je anders door het landschap dan met de bus of in een auto. In tegenstelling tot gemotoriseerd vervoer ervaar je, wanneer je te voet gaat, elk stukje van de omgeving instinctief. Te voet kun je ten volle genieten van de rijkdom van het landschap en de natuur. Om dit te kunnen heb je een zekere traagheid nodig. Je doet een stapje terug. Door te lopen delen we in de hartslag van het leven en kunnen we ons onderdompelen in de natuur en het landschap. Lopen brengt je op plaatsen waar je anders niet komt en je ziet dingen die anders aan je aandacht zouden ontsnappen.

Waar of waarnaartoe ik ga lopen is niet meteen duidelijk. Bij weinig tijd ligt de nabije omgeving het meest voor de hand. Rijswijk heeft gelukkig aardig wat groene zones in de vorm van parken en landgoederen op loopafstand. Wanneer ik wat verder van huis wil wandelen kan ik de trein of bus nemen. Ik kies dan ook voor bestemmingen in de omgeving, zoals Delft, omdat ik niet teveel tijd aan reizen met het openbaar vervoer kwijt wil zijn. Een andere optie is om de fiets te pakken.

De wandeling is een beetje een doel in zichzelf en dat maakt het zo mooi. Net als spelen heeft het geen doel buiten zichzelf maar kan het wel degelijk waardevol zijn en gunstige bijeffecten hebben als een goede lichamelijke en mentale gezondheid. Al googelend kwam ik een ris aan bureaus en therapeuten tegen die wandeltherapie aanboden. Uiteraard in een groene omgeving. (Wandelen door een bosrijk gebied is te prefereren boven een wandeling langs de olieterminals in het Botlekgebied.) Wandelen kan je soms op ideeën brengen. Volgens een legende gaf de wijsgeer Aristoteles wandelend les. Zoals de Griekse arts Hippocrates al zei: ‘Wandelen is het beste medicijn.’

zondag 13 juli 2025

Sauna!

Wie mij, tot zo'n 10 jaar geleden, had gezegd dat ik een redelijk frequent bezoeker van sauna of wellnesscentrum zou worden had ik minstens met gefronste wenkbrauwen aangekeken. Het idee om, samen met volstrekte vreemden, mij in mijn blootje van de ene naar de andere hete ruimte te begeven deed mij volstrekt buitenaards en onaangenaam aan. Het gevoel van gêne dat mij bekroop als ik eraan dacht was vergelijkbaar met wat ik zou ervaren als ik ineens in mijn ondergoed in een volle bushalte zou staan.

Niet dat ik nooit een poging heb gedaan. Ooit maakte ik met een groep een reis naar Wit-Rusland om daar noodlijdende kerken en klinieken van lectuur en hulpgoederen te voorzien. Gastvrije families boden ons onderdak en een van die families had een volkstuin vlakbij de rivier de Dnjepr. In de volkstuin, tussen de kool en uien, bevond zich ook een kleine hut met sauna. Een deel van de (mannelijke leden) van ons gezelschap nam de uitnodiging voor een authentieke Wit-Russische saunabeleving graag aan. Ik uitte mijn twijfels of dit wel aan mij besteed was maar ik liet mij overhalen. Dit moest je toch een keer gedaan hebben.

Het bleek letterlijk een adembenemende ervaring. De hut was verdeeld in twee ruimtes: een kleedruimte en de eigenlijke sauna. In de sauna bevonden zich wat houten bankjes en een soort tafel waarop iemand kon liggen. Aan de wand was een gietijzeren verwarmingselement bevestigd dat letterlijk roodgloeiend was. De waarschuwing om dit niet aan te raken leek daarom een open deur.

De deur had van mij, gezien de hitte, sowieso wel open mogen blijven. Ik had het idee dat ik in het voorportaal van Hades was aanbeland, mede door het omineus gloeiende stuk metaal. Toen het mijn beurt was om een afranseling met eucalyptus te ondergaan werd het mij teveel. Ik dacht dat ik stikte en met een welgemeend 'нет!' vluchtte ik naar buiten.

Jaren later was ik nog steeds wat bevreesd om een sauna in te stappen. Maar inmiddels had ik een relatie met Remco en deze bleek een fervent liefhebber van wellness. Tijdens een verblijf in een hotel in Born, Limburg, haalde hij mij over om naar het aanpalende saunacomplex te gaan. Door de kleinschaligheid was het de goede locatie om kennis te maken met de geneugten van de sauna. Een modern wellnesscentrum of thermen als dit bleek ook een volledige antithese van de hete schuur aan de Dnjepr. Vanaf dat moment ben ik om. Ik ga nu graag.

Wat misschien ook een rol speelde bij mijn aanvankelijke aversie tegen sauna's was mijn eigen onzekerheid over mijn lichaam. Uiteindelijk bleek de gemiddelde saunabezoeker ook niet het perfecte lijf te hebben. Lang en dun, dik en kort met een kwab te veel, uitgezakt of een overdaad aan lichaamshaar. Het is er allemaal. Bovendien bedacht ik mij dat we allemaal met oneffenheden geboren worden. En hoe volmaakt je lijf ook is: tijd en zwaartekracht winnen het uiteindelijk altijd.

Gisteren togen Remco en ik per trein naar Leiden voor een ontspannen dagje bij Blue Wellness. Blue is gevestigd op de bovenste etage van een modern gebouw pal naast het station. Vandaar heb je aan beide kanten een geweldig uitzicht over de omgeving. Vanuit het zwembad kun je de binnenstad zien met markante gebouwen als de Pieterskerk, molen De Valk en het stadhuis.

Dan is er nog de unieke panoramasauna aan de andere kant met uitzicht richting Oegstgeest en Katwijk. Moeiteloos kon ik voor mij bekende herkenningspunten als de Nieuwe Kerk en de torenflats ontwaren. Opvallend was ook de horizon waar het windmolenpark op de Noordzee domineert. Onderaan het gebouw ligt het parkje waar ooit de kraamafdeling van het Academisch Ziekenhuis stond, de plek waar ik ooit ter wereld kwam.

Na een verblijf van enkele ontspannende uren bij Blue, met een lekkere lunch en later een goede avondmaaltijd togen Remco en ik weer naar het station waarna de NS en de HTM ons weer comfortabel en snel naar huis reden.


woensdag 2 juli 2025

Over de kansel en de dienst (van 22 juni)

Onlangs mocht ik voorgaan in de Remonstrantse kerk in Den Haag. Er was een uitvaller en dus werd ik gebeld of ik tijd, zin en de gelegenheid had om de plotselinge leemte in het rooster te vullen. Nu heb ik sinds december vorig jaar de kansel niet meer beklommen. Overigens is dat ‘beklimmen’ iets wat in de kerk in Den Haag geen heksentoer is aangezien de preekstoel (oneerbiedig soms een houten broek genoemd) een modern en bescheiden exemplaar is dat moeiteloos te betreden is. Onwillekeurig beeld ik mij soms in dat deze preekstoel voorzien is van wieltjes en een stuurinrichting heeft -  zoals een tram - waardoor de predikant van dienst de mogelijkheid heeft met het meubel rondjes door de kerkzaal te rijden. Het is wel oppassen geblazen. De kansel (zie foto) staat op een verhoging waardoor de dominee met kansel en al voorover zou vallen wanneer zij of hij ineens vol gas vooruit gaat.[1] (Overigens zie ik ook vaak in gedachten die informatiehokjes van de NS op stations ineens ervandoor gaan en zich een weg banen door de stationshal, slalommend tussen de reizigers.)

Een dienst vraagt een gedegen voorbereiding en volgt bepaalde vaste lijnen, zoals die in de liturgie zijn vastgelegd. Daarbinnen is bewegingsruimte om te improviseren. De liturgie is niet bedoeld als een strak keurslijf. In het geval van de Remonstranste kerk heeft de liturgie of orde van dienst een paar vaste elementen, ondergebracht in een basisindeling of structuur. Na de dienst krijgt de predikant een hand van het dienstdoende kerkenraadslid. Oorspronkelijk schijnt de betekenis van deze handdruk te zijn dat de preek goed bevallen is. Ik denk dat het nu vooral een uiting van beleefdheid is. Vervolgens dient de voorganger zich op te stellen bij de uitgang van de kerkzaal en daar de passerende kerkgangers de hand te schudden en een goede zondag te wensen. (Tijdens de coronapandemie werd, toen de kerken onder bepaalde restricties weer open mochten, de handdruk vervangen door een lichte buiging of het plaatsen van een hand op het hart.)

Het invullen van de orde van dienst is iets dat voor rekening komt van de (gast)voorganger. Dat wil zeggen dat deze de liederen uitzoekt (meestal uit het Liedboek) de gebeden voorbereid en de te lezen teksten uitzoekt. Dat dit Bijbelteksten zijn lijkt een open deur. Over het algemeen wordt niet gelezen uit Moby Dick of Lolita. Als illustratie bij een preek wordt het binnen Remonstrantse kringen wel gewaardeerd als er naar de wereldliteratuur verwezen wordt. Het adagium is ook: in een goede Remonstrantse preek wordt tenminste één filosoof genoemd.

Mocht de predikant wat moeite hebben met het vinden van een aansprekende tekst, dan kan deze zich ook wenden tot een oecumenisch leesrooster. Zo wordt voorkomen dat bepaalde populaire verhalen voortdurend herhaald worden. Op belangrijke feesten als Kerst worden natuurlijk de bekende verhalen gelezen. Overigens, toen ik een keer een mocht voorgaan in een evangelische gemeente, hoefde ik me slechts zorgen te maken over de inhoud van de preek. Muziek en zang werden geheel verzorgd door een bandje.[2] Ik merkte toen ook hoe vervreemd ik was van de evangelische wereld. Dat zal weerslag hebben gehad op de ontvangst van mijn preek – die ik overigens zelf ook niet sterk vond, wat gebeuren kan – waarna ik nooit meer ben uitgenodigd.

Een van de lezingen van deze zondag kwam het evangelie van Lukas (hoofdstuk 8 vers 26 tot en met 39 voor wie het wil opzoeken) en gaat over een man die bezeten is door demonen. Jezus treft met zijn leerlingen de man aan die naakt is en woont op een begraafplaats. De wereld werd in die tijd als een soort volière gezien waarin bovennatuurlijke wezens als engelen en demonen heen en weer fladderden. Die geestelijke wezens hadden een grote invloed op het wel en wee van de mensen. Misoogsten, misgeboorten en ander onheil konden aan hen toegeschreven worden. Psychische aandoeningen en geestesziekten konden een gevolg zijn van demonie, betovering en bezetenheid. De geneeskunde stond in de kinderschoenen en was zelf gemengd met magie. Psychologen waren nog niet uitgevonden. De wereld was een betoverd geheel.

Kunnen we de oude verhalen zonder meer over 2000 jaar heen tillen er toepassen of duiden met of door een hedendaagse bril? Is de situatie van toen 1 op 1 vertaalbaar naar nu? Toch is het de taak van de hermeneutiek[3] om te zoeken naar de plaats waar de twee horizonten, die van de schrijvers en lezers toen, en die van de moderne lezer nu, elkaar raken[4], rekening houdend met de eigen vooringenomenheid en context die we ongetwijfeld meenemen in onze duiding en uitleg. Ook is het nuttig om te kijken hoe vroeger deze verhalen werden uitgelegd. De eigen vooringenomenheid – alle kennis, ervaring en meningen die je hebt – is een middel én een valkuil om tot verstaan te komen. (In de rechtspraak is het een doodzonde.) Het kan een venster zijn, maar ook het uitzicht belemmeren. Het is dan ook goed je daar bewust van te zijn.

Hier dan mijn poging tot een stukje duiding van het verhaal van de bezeten man. Je kunt natuurlijk beginnen met het lezen zoals het er staat: Jezus is dan een soort exorcist. Het landschap waarin de bezetene zich schuilhoudt zou zo uit een boek van Edgar Allen Poe of Stephen King kunnen komen. In de verbeelding doemt een beeld op van scheef staande zerken en verzakte mausolea. Voeg wat flarden mist en een naargeestige raaf eraan toe en je hebt een mooi decor voor een griezelfilm. Zo is het vaak ook uitgelegd. Jezus is een exorcist die mensen letterlijk bevrijdt van hun letterlijke demonen.

Nu ga ik zelf niet zo te werk. Het is ook belangrijk te kijken naar genre, stijl, taalgebruik en plotwendingen. Ook het historische decor waartegen dit verhaal speelt, is belangrijk. De meeste nieuwtestamentici zijn het er wel over eens dat de evangeliën niet direct opgeschreven zijn door een notulist die tijdens de gebeurtenissen een nauwkeurig verslagje maakte. Alles is van horen zeggen en mondeling overgedragen, waarbij, net als bij het spel ‘telefoontje’, dingen veranderen, toegevoegd of weggelaten werden. Onbedoeld of niet. Komt bij dat de tekst niet alleen tot doel heeft een droge opsomming of verslag van feiten te zijn, maar dat het de auteur vooral een bepaalde boodschap over tracht te brengen aan een specifiek publiek.

Het verhaal van de bezeten man is dus waarschijnlijk niet historisch maar een verwijzing in geheimtaal naar een tragische gebeurtenis in de omgeving waarin dit zich afgespeeld van een verrassend actualiteit. Daarvan hebben we een ooggetuige: de Joodse historicus Flavius Josephus. Josephus maakte oorspronkelijk deel uit van het Joodse verzet tegen de Romeinse bezetter maar liep over naar de andere kant toen hij inzag dat verder strijden tegen de Romeinen een heilloze onderneming was. In het Romeinse kamp ontmoette hij toenmalig legeraanvoerder Vespanius. Om in het gevlei te komen voorspelde Josephus dat Vespasianus keizer zou worden. (Dat is uiteindelijk ook gebeurt.) Vespasianus was geen zachtzinnig heerschap en draaide zijn hand er niet voor om om duizenden de dood in te jagen. De beschrijvingen door Josephus van de slachtingen in het gebied rond het Meer van Galilea laten dan ook weinig aan de verbeelding over.

Deze bloedbaden – en andere die nog volgden tot en met de verwoesting van Jeruzalem en Massada – moeten een enorm trauma zijn geweest voor de overlevenden. Velen die werden bijgezet in de graven van Gerasa (het gebied waar de bezeten man vandaan kwam) waren slachtoffers van deze moordpartij. De bezetene belichaamt, verbeeldt, het trauma van wat er is gebeurd. Hij is een outcast, wild en onhandelbaar. Wat  Lucas hier vooral lijkt te willen zeggen, is dat deze man helemaal buiten de menselijke samenleving/beschaving staat. Uitleggers zien in zijn naaktheid en zijn levend dood-zijn de erbarmelijke, onmenselijke staat waarin de man verkeert.

De naam van zijn kwelgeesten is Legioen. Ik denk dat het eerste wat in ons opkomt de relatie is tussen deze naam en de Romeinen. Een legioen was een legereenheid die al gauw uit 6000 man kon bestaan. Ook de verwijzing naar zwijnen – waarin de demonen hun intrek nemen – heeft een politieke lading aangezien het 10e Legioen, dat een groot aandeel had in de verwoesting van Jeruzalem en de verovering van Palestina, het zwijn als een van zijn emblemen had. Het zal voor de lezer in die tijd ook een duidelijke en nauwelijks verhulde verwijzing zijn naar het militaire apparaat van het Romeinse rijk dat in die tijd zoveel ellende en verwoesting zaaide.

Dat de tekst een politieke lading heeft in het licht van historische gebeurtenissen wil niet zeggen dat deze alleen een politieke duiding behoeft. Toch denk ik dat er een les te trekken is uit dit verhaal in het licht van de recente ontwikkelingen in de wereld. De bezetene vertelt ons iets van de mensonterende kant van oorlog en geweld. De bezeten man is als mens onteerd, ontmenselijkt. Zijn waardigheid is hem afgenomen. Een mens hoort in een huis te wonen en gekleed te gaan, bij zijn volle verstand te zijn, maar hij is naakt, woont tussen de graven en is waanzinnig. Gek geworden.

Oorlog ontmenselijkt. Oorlogstrauma graaft zich diep in de menselijke psyche, laat diepe wonden na. We zien het zich ontvouwen op tv en via het internet. Niet alleen de mens moet het ontgelden, ook diens omgeving. Kijk naar de onmenselijk gruwelijke situatie in Gaza. Huizen, scholen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën die geborgenheid en veiligheid zouden moeten garanderen, worden door oorlogsgeweld en bombardementen tot graven gemaakt, waar de overleden als zombies tussen de ad hoc graven doorlopen op zoek naar iets wat nog herinnerd aan hoe het was.

Dat oorlog ontmenselijkt geldt niet alleen voor de slachtoffers, maar ook voor de daders. Oorlog stompt af, verlaagt de drempel om tot geweld over te gaan en maakt dat de dader zijn slachtoffer niet meer als menselijk, als een medemens kan zien. Ook zij zijn in de greep van een macht die zij niet beheersen, maar die hén beheerst, zoals de bezeten man zich niet in de boeien laat slaan, zijn primitieve instincten niet weet te beteugelen. Ontmenselijking is niet alleen een gevolg van oorlog en geweld maar steekt zijn lelijke kop overal op waar mensen gemarginaliseerd worden op grond van geloof, geaardheid, huidskleur, opleiding of andere zaken waarmee we elkaar de maat meten.

Hoeveel mensen in onze wereld worden niet achtervolgd door een traumatisch verleden en gekweld door herinneringen? Hoeveel leven onbeschut en onvoldoende gekleed door sociale en economische krachten die ze niet kunnen overwinnen, hoe hard ze ook strijden? Hoeveel zijn gevangen, als nauwelijks menselijk beschouwd, uitgesloten, verdreven? Hoeveel zijn verslaafd aan afhankelijkheden en weten ze niet meer waar de verslaving eindigt en hun eigen ik begint? Waar scheiden de regerende autoriteiten mensen van hun families, waardoor ze de kans wordt ontzegd om een beter leven te zoeken? Waar wrede bezettingslegers nog steeds hele gemeenschappen vertrappen en hen gevangen houden in angst?

Ik ben altijd een warm voorstander geweest van de vooruitgangsgedachte, zoals deze is ontstaan binnen de Verlichting. Wie door het venster van tv en internet de wereld bekijkt zou de moed in de schoenen zakken en zich afvragen of deze gedachte niet hopeloos naïef en onhoudbaar is. Het pessimisme overheerst en er is veel voor te zeggen nu de wereld om ons heen af lijkt te stevenen op diverse doemscenario’s. Binnen sommige evangelische kringen is dit zelfs een noodzakelijk iets omdat dit de wederkomst van Christus inluidt. Helaas betekent dit dat de nieuwe wereld die op de puinhopen van de oude verrijst slechts toegankelijk is voor een select groepje uitverkorenen. Helaas ook hebben veel van de evangelischen die deze gedachte aanhangen een president in het Witte Huis met een hun welgevallig oor waardoor zij wat vaart achter de realisering van dit scenario kunnen zetten.

Er lijkt ook een soort moeheid te zijn onstaan waar het gaat om het onderhouden en in stand houden van democratie en onafhankelijke journalistiek en wetenschap waardoor autocraten en populisten hun kans schoon zien. Verspreiders van nepnieuws en complottheorieën doen graag een beroep on gezond verstand maar weinigen zijn in staat om het kaf van het koren te scheiden. Thomas Jefferson, een van de founding fathers van de Verenigde Staten besefte al dat een goed functionerende democratie gebaat is bij goed onderwijs. Jefferson wist dat een democratie onpraktisch was tenzij de mensen opgeleid waren. Hoe uitgebreid de bescherming van de mensen ook mocht zijn in grondwetten of gewoonterecht, er zou altijd een verleiding zijn, dacht Jefferson, voor de machtigen, de rijken en de gewetenlozen om het ideaal van een regering die door en voor gewone burgers werd gevoerd, te ondermijnen.


Het verhaal van de bezetene van Gerasa is ook een appel om vrijheid, echte vrijheid te omarmen. De Gerasenen die de man nu bevrijd, gekleed en bij zijn volle verstand zagen zitten konden er niet mee uit te voeten. Sommige mensen kiezen liever voor de vertrouwde omgeving van hun mentale gevangenis dan het avontuur van de vrijheid te verwelkomen. Zij die vrijheid, de rechtstaat en democratie een warm hart toedragen mogen net als de bevrijde man uit het verhaal in Lucas hun stem verheffen en tegen de trend in van demagogie, populisme en autocratie een ander geluid laten horen. Hopelijk zal deze stem niet verzuipen, maar zullen meer stemmen zich in hierin mengen en een lijn trekken en zeggen: genoeg!



[1] In een film van Louis de Funes zien we een pastoor zich angstvallig vasthouden aan zijn gammele preekstoel die, iedere keer dat hij te ver voorover helt, bijna van de muur valt. Ook het deurtje en de kanselhemel (een soort luifel of baldakijn) komen regelmatig los. Uiteindelijk dondert de luifel bovenop de kansel waardoor de pastoor opgesloten zit. Ook het losse deurtje zit uitgerekend dan klem.

[2] Allemaal z.g. Opwekkingsliederen. Ik heb er niets meer mee.

[3] De hermeneutiek is de kunst van het uitleggen en interpreteren van teksten. Oorspronkelijk een tak van de filosofie maar ook later toegepast op religieuze teksten als de bijbel.

[4] Horizonversmelting is een begrip uit de fenomenologsche hermeneutiek van H.G. Gadamer. Hij wilde niet langer de tekst reproduceren, maar er een gesprek mee aangaan. De historische bepaaldheid van de mens tekent immers ook zijn verstaan van de tekst, zodat een volkomen begrijpen ervan onmogelijk wordt. Alleen door een dialoog die een ‘horizonversmelting’ van verleden en heden beoogt, kan de historische afstand overbrugd worden. (www.dbnl.org)

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...