vrijdag 15 november 2024

Sterke mannen?


Boven dit blogje heb ik een plaatje geplaatst van Julius Caear, de bekende Romeinse veldheer, in de versie van de makers van de stripreeks Asterix. Daarin wordt Caesar neergezet als een ijdele en zelfingenomen heerser die voortdurend door de Gallische krijger Asterix en zijn trouwe metgezel Obelix voor schut wordt gezet. In het album De Romeinse Lusthof zit deze vermakelijke scene. Om eens en voor altijd van de vermaledijde Galliërs af te zijn heeft Caesar een plan bedacht. Hij wil een nieuwe stad, vol met de zegeningen van de Romeinse beschaving, pal naast het dorp bouwen.

De verlokkingen van de Romeinse cultuur moeten de opstandige dorpelingen temmen zodat ze niet meer aan vechten denken. Uiteindelijk zullen de Galliërs dan vanzelf opgaan in het Romeinse Rijk. Voor Caesar ligt een grote maquette van het complex. Terwijl Caesar zijn plannen toelicht heeft hij het telkens over ‘hij.’ Een aanwezige vraagt zijn buurman over wie Caesar het heeft. ‘Over zichzelf,’ zegt de ander. Hij spreekt altijd over zichzelf in de derde persoon enkelvoud.’ Daarop zegt de eerste tegen Caesar: ‘Hij is geweldig!’ ‘Wie?’ vraagt Caesar. ‘Nou… u!’ ‘Ah!... hij!’ is het antwoord.


De makers van Asterix kennen hun klassiekers. In zijn boek Oorlog in Gallië vertelt Caesar van zijn veldtochten (en slachtpartijen) in het gebied dat we nu als Fankrijk en België kennen. En hij doet dit in de derde persoon enkelvoud, alsof iemand anders aan het woord is. Natuurlijk vervult Caesar in zijn eigen verslag de rol van briljant strateeg en onkreukbaar leider. Het spreekt vanzelf dat zijn tegenstanders als chaotische en onbetrouwbare barbaren worden neergezet. In vele opzichten is Oorlog in Gallië een fout boek vol propaganda, schaamteloze zelfverheerlijking en met een gekleurde versie van de gebeurtenissen in Gallië.

De vergelijking met hedendaagse politici, zoals Donald Trump, dringt zich hier op. Natuurlijk gaat de vergelijking nooit helemaal op. Er gaapt een kloof van meer dan 2000 jaar tussen beide heren. Caesar was waarschijnlijk een betere schrijver en slimmer. Wat ze beiden wel gemeen hebben is dat ze met hun retoriek velen aan zich wisten te binden. Ook een losse seksuele moraal hebben beiden gemeen. We kunnen ons nog wel Trumps beruchte ‘...grab them by the pussy’ herinneren en zijn vele escapades. Caesar was ook niet kieskeurig waar het zijn seksuele partners betrof en deelde zijn bed met mannen en vrouwen. Wanneer Caesar ergens in aantocht was werd gewaarschuwd: ‘Moeders, sluit je dochters op. Kaalkop komt eraan.’ De ijdele Caesar leed inderdaad aan kaalheid en probeerde deze, net als Trump, met een bedekkende haarlok te verdoezelen.

We lijken in een tijd te leven dat de sterke man met een comeback bezig is. Een goede vraag is natuurlijk: hoe komt dit? Zes jaar geleden sprak ik in mijn overdenking in een dienst in Krommenie daar ook al mijn verbazing over uit. Met name de zorgvuldig opgebouwde acceptatie van de homoseksuele medemens en de gelijke behandeling van vrouwen en minderheden staan ineens ter discussie of worden met de voeten getreden. Terwijl met name de jaren ervoor juist een toename lieten zien van gelijke rechten voor mannen en vrouwen – hoewel nooit helemaal gerealiseerd – en andere gemarginaliseerde groepen. In veel sectoren als het basisonderwijs en de zorg is er nu zelfs sprake van feminisering en vormen vrouwen de grootste groep onder personeel en management.

Zo schrijft Herman Meijer: 'De MeToo-beweging heeft veel walgelijk mannengedrag aan het licht gebracht, onveilige situaties in de amusementswereld en op werkvloeren elders aan de kaak gesteld en daders voor de rechter gebracht. Die doorgaande strijd is veelal in het voordeel van de vrouwenkant. Maar ook de tegenreactie manifesteert zich, in de vorm van boze mannen. Wereldwijd. In Afghanistan heten ze Taliban. In Nederland onder meer Forum voor Democratie. En op sociale media werven Andrew Tate en consorten opgroeiende jongetjes voor een antifeministische agenda.'

Tate loopt zonder gêne te koop met zijn toxische mannelijkheid, rookt grote sigaren, rijdt in dure auto’s en heeft het over vrouwen als bitches die als slaaf en sloof van de man hun mond maar moeten houden. Onlangs werd in Australië nog de alarmklok geluid over zijn toenemende invloed op met name – maar niet uitsluitend – de mannelijk schooljeugd. Tegen vrouwelijke docenten werd gezegd dat hun borsten er puik bij stonden. Tegen meisjes werd gezegd dat ze niet hoefden te studeren en dat ze beter geld met hun lichaam konden gaan verdienen. Tate is inmiddels opgepakt voor mensenhandel maar dat lijkt zijn schare fans niet te deren. Sterker nog: het roept alleen maar meer bewondering op.

Om het verschijnsel Tate enigszins te duiden is moeilijk. Hebben jongetjes te weinig mannelijke rolmodellen? Kijken we naar figuren als Poetin dan zien we ook zo’n beeld van de überman die met ontbloot bovenlijf paardrijd. Of wat te denken van een Kim Jong Un die over zijn land heerst als ware het zijn privébezit en met raketten speelt alsof het speelgoed is.  Of wat te denken van die malloot in Argentinië die met wat pennenstreken denkt het hele land uit het slop te trekken?

Trump omringt zich graag met krachtpatsers en succesvolle ondernemers. Nu hij zijn kabinet bijeen harkt hoeven de kandidaten slechts aan één vereiste te voldoen: loyaliteit. Zoals we eerder zagen zal Trump ook nooit zijn verlies erkennen. Ook het feit dat hij een veroordeelde crimineel is deert zijn bewonderaars niet. Integendeel. Het strekt zelfs tot aanbeveling. Het paradoxale van de steun vanuit christelijke hoek, van de blinde bewieroking van Trump, is dat met name het dienende aspect van Jezus vergeten, genegeerd of zelfs weersproken wordt. Het is feitelijk radicaal nationalisme met een christelijk sausje eroverheen. 

De Jezus van de Bergrede met het ‘zalig zijn de vredestichters’ en het toekeren van de andere wang wordt als een slappe hap gezien. Liever ziet men een tot de tanden gewapende Jezus, een krachtpatser die het kruis waaraan hij hangt tot splinters hakt. Daarom is het boek Openbaring in deze kringen zo populair. Daarin geeft een buitengewoon toornige Christus immers al zijn tegenstanders er ongenadig van langs. Het is nog maar zeer de vraag of in deze penibele tijden een dergelijk boek als leidraad en inspiratiebron moet worden gezien of als legitimatie van geweld.

De menselijke neiging om krachtpatserij en geweld te bewonderen moet voortdurend bevraagd en uitgedaagd worden. Er zullen altijd tirannen en onderdrukkers zijn die met mooie woorden en beloftes massa’s mensen weten te betoveren. Of het nu figuren zijn als Andrew Tate of Trump. Waar het naartoe gaat is moeilijk te zeggen. Maar als de geschiedenis iets duidelijk heeft gemaakt is dat mensen over het algemeen veel van deze lui kunnen verdragen maar dat op een gegeven moment de rek er wel uit is. En ook zij hebben niet het eeuwige leven. Zoals in het boek Job staat: 'Een despoot zijn weinig jaren toegemeten.' Veel tirannen moeten dan ook constant achterom kijken en vrezen voor hun leven. Helaas kunnen de gevolgen van hun strapatsen wel generaties lang doorijlen, zoals het geval was na de vorige ambtstermijn van Trump en wederom het geval lijkt nu Trump het Witte Huis weer betrekken mag.

In de jaren 90 en daarna was er veel optimisme met betrekking tot de weg die de mensheid was ingeslagen. Ook onlangs werd door Rutger Bregman in zijn gelijknamige bestseller nog gesteld dat de meeste mensen deugen. Ook denkers als Steven Pinker en Maarten Boudry verspreiden eenzelfde optimisme. Alles is beter dan vroeger. We zijn welvarender en gelukkiger dan ooit en het wordt alleen maar beter. In zekere zin is het de paradox van deze tijd dat het gemiddeld beter gaat met ons dan pak weg 40 jaar geleden.

Dat wil dus niet zeggen dat het iedereen goed gaat. Dit laatste is vaak het gat waarin populisten zich nestelen en uitbuiten om aan de macht te komen. Dat daarbij de waarheid geweld wordt aangedaan, onvrede wordt gezaaid, haat aangewakkerd en dingen een crisis worden genoemd terwijl daar geen sprake van is doet er niet zo toe.

Moeilijke tijden zijn niet gediend met simpele oplossingen en het vraagt moed, oefening, wijsheid, volharding en geduld om met werkelijke oplossingen te komen. In het licht van de aantoonbare vooruitgang stemt het mij hoopvol dat dit kan en moet. Niet dat het een gelopen race is. Er blijft altijd werk aan de winkel en waakzaamheid blijft geboden. Nu meer dan ooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...