dinsdag 8 oktober 2024

Reis door het zonnestelsel

Wie mij kent weet dat ik iets heb met de kosmos. Ik weet niet precies wanneer het begon, maar ik moet nog erg jong zijn geweest. Mijn belangstelling voor alles wat met het heelal te maken heeft moet gewekt zijn toen ik een boek kreeg van mijn opa met de titel Het oneindige heelal, een boek uit de reeks Wereld der wetenschap. Met plezier keek ik ook naar de Teleac-cursus Moderne sterrenkunde en natuurlijk Cosmos van Carl Sagan.

Dit weekend werd ik erop geattendeerd dat de BBC weer een nieuwe serie gemaakt over het zonnestelsel: Solar System. Net als met de eerdere series Wonders of the Solar System, Wonders of the Universe en The Planets is de BBC er opnieuw in geslaagd er een waar kunststukje van te maken met prachtige computer gegenereerde én echte beelden van exotische werelden als Mars, Venus, Io en Enceladus. En ook dit keer is het natuurkundige professor Brian Cox die het geheel met zijn zoetgevooisde stem aan elkaar praat en uitleg geeft.

In de eerste aflevering staat vulkanisme centraal. Wat veel mensen niet weten is dat vulkanisme niet alleen op Aarde voorkomt. Venus kent meer vulkanen dan welke planeet dan ook in ons zonnestelsel en sommige zijn waarschijnlijk actief, zoals de 8 kilometer hoge Maat Mons. Voor de grootste vulkaan in het zonnestel moet je echter op Mars zijn. Vergeleken met Olympus Mons met zijn hoogte van 25 kilometer en doorsnede van meer 600 kilometer zijn aardse vulkanen slechts molshopen. Actief is Olympus Mons echter allang niet meer. Verderop in het zonnestelsel is het vooral de Jupitermaan Io met haar pizza-achtige voorkomen die voor vuurwerk zorgt met vulkanen die as- en rookpluimen van 75 kilometer hoog veroorzaken.

Omdat Io een kleine wereld is - ongeveer even groot als onze maan - zou alle interne warmte vervlogen moeten zijn. Het is die warmte - zoals op aarde - die vulkanisme aan de gang houdt. Geduldig legt Brian Cox uit hoe het kan dat Io toch zo actief is. Dat heeft alles met de nabijheid van de gasreus Jupiter te maken met zijn enorme zwaartekrachtveld en dat van zustermaan Europa. De gecombineerde zwaartekracht van beide andere hemellichamen trekt voortdurend aan Io.

Net zoals de maan op aarde de getijden veroorzaakt, veroorzaakt Jupiter deze ook op Io. Het is echter geen water dat aangetrokken wordt, maar rots. Het constante krimpen en uitzetten van de getergde maan zorgt voor verhitting van het gesteente. Het is hetzelfde effect dat ontstaat als je een stressbal achterelkaar ineenknijpt en weer loslaat. Ook op de ijzige manen van Saturnus en Neptunus blijkt vulkanisme voor te komen. Dit is echter niet het bekende vulkanisme met lavastromen, maar met water. Het zonnestelsel blijkt dus een uitgebreide familie van exotische werelden te zijn. Dankzij missies als Voyager, Galileo, Cassini, Juno en vele andere hebben we deze hemellichamen kunnen bestuderen en zijn we er veel over te weten gekomen. Met elke ontdekking komen ook nieuwe mysteries aan het licht die om een antwoord vragen. Dat is het mooie van wetenschap. Het is nooit af.

Solar System is op maandagavond om 22:00 uur te zien op BBC Two en wordt op zaterdag om 20:20 uur herhaald.

vrijdag 4 oktober 2024

Wc-spoken

 


Als kind had ik nogal wat rare angsten. Misschien herken je dit wel. Wellicht was je bang voor dat beest met die gele ogen onder je bed. Angst is vaak handig om potentieel gevaarlijke situaties te vermijden. Daarom waarschuwen we kinderen om niet mee te gaan met vreemde mannen. (Vroeger noemden we die kinderlokkers.) Of om niet in een open veld te staan tijdens een onweer. Ik had als kind een flinke angst voor onweer. Ook het donker vond ik niet fijn. Dit zijn zinnige angsten, maar veel angsten kunnen vreemd of zelfs bizar zijn. Zo vond ik het eng om ’s nachts, als iedereen al op bed lag en de lichten uit waren, naar de wc te gaan. Ik stelde het meestal uit tot het niet meer kon. Ik haastte mij dan naar de wc en rende na het doortrekken meteen naar mijn veilige bed waar ik vlug de dekens over mijn hoofd trok.

Waarom? Ik heb als kind namelijk lang het idee gehad dat een spook zich in de wc schuilhield. Een waterig spook dat getergd opsteeg uit de pot om mij vervolgens achterna te zitten. Het was voor mij cruciaal om in bed te liggen voordat het spook mij te pakken kon krijgen. Ik had maar een paar seconden de tijd daarvoor. Het spook steeg namelijk niet meteen op uit het sanitair maar op het moment dat de stortbak bijna leeg was. Dan kwam er een soort diep gorgelend geluid uit de valpijp. Het was dus belangrijk dat ik op dat moment in bed lag, met de deur dicht en dekens over mijn hoofd getrokken. Het moet wel een heel dom spook zijn geweest want het wist blijkbaar niet dat spoken door dichte deuren kunnen gaan.

Een van mijn andere irrationele angsten was die voor een klokkenspel dat op de gevel van juwelier Van Beelen in de Voorstraat in Katwijk aan Zee pronkte. Daaronder was een grijze kast gemonteerd. Daaruit kwam, iedere keer als het klokkenspel zijn deuntjes over de straat uitstrooide, een groepje poppen tevoorschijn welke vervolgens weer aan de andere kant in de kast verdwenen. Ik vond het een doodeng schouwspel en ondanks de bemoedigende woorden van mijn moeder (‘kijk eens wat leuk’) weigerde ik naar de mini-optocht te kijken.

Op een dag zat ik bij opa op de fiets die niets vermoedend van mijn angsten de Voorstraat inreed. En ja hoor, juist op het moment dat hij voorbij het klokkenspel fietste begon het vrolijk te tingeltangelen. Iets wat bij mij acute paniek opriep en waardoor ik mij meteen van het nog bewegende rijwiel liet glijden. Mijn opa kon zich ternauwernood staande houden. Sindsdien behoort dit voorval tot de canon van onze familiegeschiedenis.

woensdag 2 oktober 2024

Naar Parijs geweest. Een opstel (2)

Sous le ciel de Paris

Na een kort weekend in Parijs te hebben vertoeft lijkt het, nu de week weer doormidden is en de oktobermaand twee dagen oud, alsof het een eeuwigheid geleden is. Het weekend is voorbij gevlogen en toch… Gevoelsmatig lijkt het paradoxaal genoeg of de luttele dagen in Parijs veel langer hebben geduurd dan wat klok en kalender aangeven. Tijd lijkt in dezen een nogal rekbaar iets. Het omgekeerde gebeurt bij verveling en sleur. Dan kruipen de minuten voorbij, maar terugkijkend zijn deze omgevlogen. Wat ik begrijp van de psychologie van de tijd is dat, wanneer je veel afwisseling ervaart en nieuwe indrukken opdoet, dit van invloed is op je tijdsbeleving. Waarschijnlijk dat daarom je kindertijd gevoelsmatig veel langer heeft geduurd dan de jaren van volwassenheid, gewoon omdat alles dan nieuw is. Daarna is het vooral veel van hetzelfde en routine waardoor gelijksoortige ervaringen zich samenballen tot een soort homogene massa van herinneringen.[1]

Het is lang geleden dat ik voor het laatst in Parijs ben geweest en de herinneringen aan mijn vorige bezoek zijn wat flets en aangetast door de tijd. Ik was toen met mijn toenmalige partner in Disneyland. Vandaaruit ben je met de metro relatief snel in het centrum. Zo herinner ik me onder andere de metrorit gedurende welke een bandje met accordeon en balalaika ‘spontaan’ het ongeïnteresseerde publiek in het treinstel op een uptempo Slavisch liedje trakteerde. Vervolgens gingen de muzikanten met de onvermijdelijke pet rond om zich te laten belonen voor hun optreden. Wat ik mij verder nog kan herinneren: de Notre-Dame (niet bezocht, want te druk), het Centre Pompidou (een gebouw dat binnenstebuiten lijkt te zijn gekeerd), een wandeling langs de Champs-Élysée, de Eiffeltoren en een miniversie van het Vrijheidsbeeld.

Zoals ik eerder aangaf zijn deze herinneringen redelijk vervaagt en ook de foto’s zijn foetsie. Dus ik heb ook geen materiaal meer om het geheugen op te frissen. Het was dan ook fijn om, nu in gezelschap van Remco en vrienden Peter en Boris, die ons de tickets voor het concert van Mylène Farmer cadeau hadden gedaan, de Lichtstad en de la ville de l’amour weer te bezoeken. Ons hotel in Montparnasse stond, zoals gezegd, relatief dichtbij het Île de la Cité en de Eiffeltoren. De volgende dag, na het (fantastische) concert zouden we dan ook het ontbijt in het hotel overslaan om in de stad te gaan eten. Helaas stond ik die morgen op met een fikse hoofdpijn. Een gevolg van de autorit of het concert? Of was het wellicht toch dat weinig steun biedende flimsy kussentje?

Enfin, al wandelend bereikten we wat later die ochtend het etablissement dat Peter en Boris hadden uitgezocht: Les Deux Magots, het bekende literaire café en restaurant aan de Place Saint-Germain-des-Prés. Hoewel je wel de hoofdprijs voor een consumptie betaalt (9 Euro voor een koffie) is Les Deux Magots een bezoekje meer dan waard. Al was het alleen maar om de rij beroemdheden die daar ooit neerstreken zoals Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir, Albert Camus, Ernest Hemingway, Pablo Picasso en Bertolt Brecht. Ook de huidige clientèle draagt bij aan de bijzondere sfeer van Les Deux Magots, zoals de charmante en vriendelijke Parisienne vlakbij ons. Deze had duidelijk moeite gedaan om goed gekleed, gekapt en gemake-upt haar café au lait te nuttigen. Veel meer moeite dan menig hoppezakkerige toerist in zijn of haar tenue steekt.

Het bezoek aan Les Deux Magots had mij goed gedaan. Mijn hoofpijn was inmiddels gezakt en de voortgezette wandeling bracht ons naar de oevers van de Seine met zijn boeken- en prentenstalletjes. En natuurlijk zijn massa’s toeristen. Op het Île de la Cité aangekomen was het ook voor ons even de typische toerist uithangen door een selfie te maken bij de Nortre-Dame en vervolgens naar Les Halles, het megagrote winkelwalhalla in hartje Parijs, te lopen. Vandaar was het vervolgens met de metro naar de Eiffeltoren. Ik moest tijdens het ritje denken aan iets wat ik in het boek Underland van Robert Macfarlane had gelezen. In het hoofdstuk over Parijs beschrijft hij een claustrofobische tocht door de gangen en ruimtes die zich onder de stad uitstrekken. Het einddoel is de Salle du Drapeau, de zaal van de vlag. Het laatste stuk voor de Salle du Drapeau moet Macfarlane  zich door een benauwde kruipruimte wurmen. Angst bekruipt hem en hij wil teruggaan, maar hij kan alleen maar rechtdoor. Plotseling wordt hij een brommend geluid gewaar. Hij blijkt zich direct onder een metrotunnel te bevinden.

A faint shudder at first, but clear and now growing in strength and noise. The ceiling, the unstable ceiling, is humming with tremor. The rumbling rises to a thunder and I can hear clicks and clacks among the rumblings… These are trains above us, we are directly underneath the Métro and overground lines. (Macfarlane, 2019)

Na een paar minuten tijgeren wordt de tunnel wijder en kunnen Macfarlane en zijn gids verder lopen naar de Salle du Drapeau. Daar heeft een feestend gezelschap zich verzameld onder de Franse driekleur en waar zij zich tegoed doen aan wijn, wodka en brie terwijl Bowie uit de luidspreker schalt.

(Parijs heeft ook een andere onderkant behalve de catacomben en tunnels waar Macfarlane van vertelt. Overal in de stad, naast chique restaurants en boetieks en voor het oog van de vele zich aan de monumenten vergapende toeristen proberen daklozen - als menselijk zwerfvuil - hun kostje bij elkaar te scharrelen of gewoon te overleven. Zo stond er, toen we tijdens de heenweg op de oprit naar de Périphérique reden, een haveloze man vanuit de goot zijn pet naar de passerende automobilisten uit te steken voor een aalmoes. In winkelstraten, onder luifels en in plantsoenen hadden vele van deze clochards, met hun uitgebluste ogen, geklitte haar en hun schamele bezittingen in een paar tassen, een droog plekje weten te bemachtigen. Aan de lege flessen te zien was de drank voor velen het enige gezelschap.)

Na een korte rit konden we ons vergapen aan Gustave Eiffels smeedijzeren meesterwerk. We waren duidelijk niet de enigen. Rondom de eerste verdieping staan de namen van beroemde Franse wetenschappers als Cuvier, Laplace en Ampère. Na de Seine over te zijn gestoken beklommen we de trappen naar het Palais de Chaillot vanwaar we een prachtig uitzicht hadden richting de Eiffeltoren. Dit was dezelfde plek waar ook Hitler, na de Franse capitulatie in 1940, zich liet vereeuwigen. Maar dit terzijde.. Onderaan het Palais de Chaillot werd druk gewerkt om het tijdelijke decor van de openingsceremonie van de Olympische Spelen weer af te breken. Na een korte wandeling streken we neer op het terras van restaurant Le Centenaire voor het diner. Toen uiteindelijk de zon lager ging staan vonden we het prima om richting het hotel in Montparnasse te gaan maar niet voordat we nog even een wijntje bij Le Standard hadden gedronken en wat over het leven te filosoferen. De volgende ochtend, voor het uitchecken en de terugreis, genoten we nog een keer van een petit-déjeuner met croissants en koffie.

Parijs heeft natuurlijk nog veel meer in de aanbieding dan de plekken die we in de luttele tijd die we tot onze beschikking hadden konden bezoeken. Hopelijk kunnen en zullen we, tijdens een uitgebreider verblijf wat meer en langer genieten van al het fraais dat deze boeiende stad te bieden heeft.



[1] Sla het gelijknamige hoofdstuk in Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt van Douwe Draaisma erop na.

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...