woensdag 28 februari 2024

Oppervlakkig

Heeft het internet ons oppervlakkiger gemaakt? Nicholas Carr, schrijver van het boek The Shallows, denkt van wel. In het boek probeert hij aan te tonen hoe het internet de wijze waarop we denken, lezen en herinneren heeft veranderd. The Shallows is al in 2010 verschenen maar is in de herdruk van 2020 voorzien van een nieuw nawoord.

Veel van wat Carr beschrijft herken ik wel. Het veelvuldig gebruik van het internet lijkt met name ons vermogen om grote lappen tekst te lezen verminderd te hebben. Het is allemaal wat fragmentarischer geworden en heeft geleid tot meer afleiding en een kortere aandachtspanne. De komst van smartphones en tablets heeft ervoor gezorgd dat we voortdurende 'aan' staan. Een constante stroom van meldingen die hun komst met piepjes en ringtones aankondigen trekt voortdurend de aandacht. We zijn gewend aan snippets, soundbites en clickbait.

De indeling van onze beeldschermen was oorspronkelijk gemodelleerd naar die van tijdschriften, kranten en boeken. maar inmiddels wordt veel drukwerk vormgegeven als een beeldscherm. Het urenlang opgaan in een boek en het aandachtig doorspitten van de krant heeft plaatsgemaakt voor een vluchtig scannen van de tekst op zoek naar kernwoorden en het snellen van koppen in de krant.

Carr zelf betreurt het dat het hem nauwelijks nog lukt lang in een boek te duiken. Ook het schrijven van The Shallows ging niet vanzelf. Aandachtig lezen vergt een zekere discipline en vaardigheid maar ook een omgeving zonder afleiding of storende elementen. Afleiding in de vorm van meldingen op de smartphone en de pc is binnen handbereik en de verleiding is groot er toch even gehoor aan te geven.

Ondanks alle moderne middelen die de lezer ter beschikking staan, van e-readers tot luisterboeken, is het papieren boek er ook nog steeds. Het blijkt wel om een steeds selecter gezelschap te gaan dat zich daartoe wendt voor een stukje leesplezier. Ook ik geef de voorkeur aan het ouderwetse boek. Lezen van een scherm is toch anders. Het kost mij moeite grote lappen tekst van een scherm te lezen.


Een boek lezen gaat om de totale beleving, zoals ook Carr opmerkt. Het is meer dan het je toe-eigenen van de tekst. Het is een ervaring waarbij meerdere zintuigen een rol spelen. Een boek nodigt uit tot omslaan, teruglezen, onderstrepen en aantekeningen maken in de marge. Het is geen passieve bezigheid maar ik vind het lang niet zo vermoeiend als lezen van pixels op een scherm. Eerlijk gezegd vind ik lezen, met een boekje in een hoekje, juist ontspannend.

Wat voor lezen geldt, geldt ook vaak voor schrijven. De tekst die ik nu typ heb ik daarom eerst op de ouderwetse manier met pen aan het papier toevertrouwd. Na wat horten en stoten lukte het eindelijk toch in een soort flow te komen om dit te doen. Het valt mee en het proces voelt aangenaam. De stroom gedachten laat zich makkelijk in woorden op papier zetten. De tekst overtypen is anders. Ik vlieg erdoorheen om te knippen in, en te schuiven met woorden en zinnetjes.



Blijkbaar zorgt bezigzijn met de digitale wereld voor veranderingen in onze hersenen. Internet heeft niet alleen hoe we leven verandert maar ook hoe we denken en herinneren. Nieuwe neurale verbindingen worden gemaakt, oude - die niet of minder worden gebruikt - worden zwakker of verdwijnen. Uit scans bleek ook dat wanneer we iets opzoeken op het internet we onze hersenen anders gebruiken dan wanneer we een boek opslaan.

De opkomst van smartphones en tablets en de alomtegenwoordigheid van het internet waardoor informatie supersnel op te zoeken is heeft ook voor een paradox gezorgd. We voelen ons weliswaar slimmer, maar uiteindelijk weten we minder over de wereld om ons heen. Kijk maar eens hoe we onze activiteiten van moment tot moment vastleggen op foto's en in filmpjes en deze meteen delen met jan en alleman (ja, ik ook) terwijl de ervaring van het opgaan in het moment zelf verdwijnt. Het leidt ertoe dat hierdoor onze herinneringen vager worden.

Carr denkt ook dat dit de huidige crisis van lichtgelovigheid verklaart. De smartphone heeft ons onderscheidend vermogen afgestompt. Bijna alles wordt geloofd en we aarzelen nauwelijks om, zonder de feiten te checken, mis- en desinformatie rond te pompen. We zien dat figuren die, niet gehinderd door enige kennis of vooropleiding, na het kijken van filmpjes op YouTube zich ineens experts wanen op het gebied van klimaat, virussen en vaccins. Niet zelden worden degenen die daar wél iets zinnigs over te melden hebben weggezet als nepwetenschappers of zelfs bedreigd.

Wanneer we onze vaardigheid tot redeneren en herinneren beperken en uitbesteden aan een apparaat, offeren we ons vermogen om informatie om te zetten in kennis op, zegt Carr. We verkrijgen data, maar de zin en betekenis ervan zijn we kwijt. Natuurlijk is er geen weg terug en net als veel technologie heeft het internet ons leven in veel opzichten vergemakkelijkt.

Het gaat erom hoe we ons ertoe verhouden. Technologie is in zichzelf niet goed of fout. Met nieuw verworven talenten zullen er andere minder worden. Nieuwe technologie wordt zowel omarmt als gewantrouwd. Dat was ook zo met de komst van de drukpers en de stoommachine. Zoals boeken ons denken hebben gevormd en beïnvloed doet ook het internet dat. De vraag is of technologie een verlengstuk blijft van mensen of dat mensen een verlengstuk van de technologie worden.


dinsdag 20 februari 2024

Grootste gemene deler

Op YouTube is er een levendige gemeenschap ontstaan van mensen die het geloof hebben afgelegd en zich nu atheïst, humanist of agnost noemen. Veel van hun verhalen lijken op elkaar. Zo zijn ze vaak afkomstig uit fundamentalistische evangelische kringen waarin een scherpe tegenstelling bestaat tussen de eigen geloofsgemeenschap en de grote boze buitenwereld. Voor hen die comfortabel in een vrijzinnige bubbel bewegen is het een belevingswereld die ver van ze af staat.

Zaken als een letterlijke Bijbeluitleg, geloof in de spoedige terugkeer van Jezus en het laatste oordeel, hemel en hel en de duivel zijn slechts een greep uit de collectie van overtuigingen die niet betwijfeld mogen worden. Sowieso wordt twijfel niet gewaardeerd. Dan is het immers de duivel die je allerlei boosaardige dingen influistert.

Dit soort religieuze gemeenschappen zijn vaak zeer gesloten en angst speelt een grote rol om de leden in te peperen vooral niet daarbuiten vriendschappen aan te gaan of buiten de lijntjes te kleuren. Kritische geluiden worden binnen de gemeenschap gesmoord door een beroep te doen op gezag. Voorgangers en pastors worden niet zelden gezien als gezalfden des Heren en kritiek op hen of wat zij verkondigen staat gelijk aan kritiek op God zelf.

Voor degenen die zich los hebben gemaakt van deze groepen stond en staat er nogal wat op het spel. YouTuber en activist Seth Andrews werkte ooit voor een christelijke radiozender maar kreeg twijfels over wat hij aanvankelijk geloofde. Deze kon hij niet hardop uitspreken want dat zou hem zijn baan kosten. Anderen vertellen ook van afwijzing door familie en vrienden en verlies van werk en inkomen.

Religieus trauma

Als dan toch de stap genomen wordt om de gemeenschap te verlaten valt men vaak in een sociaal vacuüm waar nieuwe vriendschapsbanden en sociale contacten weer vanaf de grond moeten worden opgebouwd. Zelfs lang nadat men deze beknellende groepen heeft verlaten blijken bijvoorbeeld zaken als angst voor de hel zo geïnternaliseerd te zijn dat er sprake is van een religieus trauma. De herwonnen geestelijke vrijheid wordt met opluchting gevierd, maar kan soms nooit ten volle omarmd worden tot deze trauma’s aangepakt zijn.

Hoewel ik zelf niet kerkelijk ben opgevoed groeide ik wel op in het christelijke Katwijk en ging ik naar de protestants-christelijke lagere school. Ons gezin liep de kerkdeur niet plat maar kerk en geloof waren wel alomtegenwoordig. De leerkrachten van de Prins Willem-Alexander School waren zeer goede vertellers.  Elke morgen werd ook een verhaal uit de Bijbel voorgelezen.

In de zesde klas werd echter ook verteld van de leer van de uitverkiezing en dat je nooit helemaal zeker kon zijn of je na je dood wel in de hemel zou komen. In de gang van de school hing ook de poster van de brede en de smalle weg die deze onzekerheid er nog verder inmasseerde. Het heeft me slapeloze nachten bezorgd.

Toen ik later in evangelische kringen terecht kwam bleef dit gevoel knagen. Op zoek in de Bijbel naar geruststellende woorden liep ik ook steevast stuk op teksten die spraken van Gods toorn en zaken die ik onethisch vond, zoals de vanzelfsprekendheid van slavernij en de bedenkelijke positie van vrouwen. Daarom heb ik ook moeite met vrome kalenders en dagboekjes die alleen de fraaie en troostende teksten uit de Bijbel opdienen.

De evangelische beweging heb ik inmiddels lang achter mij gelaten. Toen ik een aantal jaren geleden een ingeving had dat God wel eens niet zou kunnen bestaan was dat eerder een opluchting. Ik kon zeggen dat ik de toornige en strenge god van mijn jeugd los had gelaten. Daarin herkende ik mij ook in de verzuchting van velen die hun beklemmende geloof afschudden en ontdekten dat het speelveld van de wereld groots en ruim is in tegenstelling tot de benauwde kaders waarbinnen zij zich eerder bewogen. Of nauwelijks durfden te bewegen.

Nieuw atheïsme

Zo’n 15 jaar geleden kwam het fenomeen van het nieuwe atheïsme op. Kenmerkend voor deze stroming was vooral het polemische karakter ervan. Geloof en bijgeloof moesten met redelijke argumenten en wetenschappelijke bewijsvoering onderzocht, bekritiseerd, uitgedaagd en weerlegd worden. Of desnoods belachelijk gemaakt. Daarbij werd geen onderscheid gemaakt tussen fundamentalistische en gematigde of mainstreamvormen van religie. 

De voormannen van deze beweging, Christopher Hitchens, Sam Harris, Daniel Dennett en Richard Dawkins – de laatste is vooral bekend van zijn boek God als illusie – tooiden zich dan ook met de geuzennaam ‘De vier ruiters van het atheïsme’. Later sloot ook Ayaan Hirsi Ali zich bij dit gezelschap aan totdat zij vorig jaar een wonderlijke u-bocht maakte en tot veler verbazing verkondigde christen te zijn geworden.

De aanval van de nieuwe atheïsten op religie moet ook vooral gezien worden in het licht van de opkomst van terreurbewegingen als I.S. en de enorme invloed van religie en in het bijzonder het christen-nationalisme in de Verenigde Staten op de politiek en in de maatschappij. We hoeven maar naar de opkomst te kijken van Trump, die zelf waarschijnlijk alles gedaan heeft wat God verboden heeft, maar door deze groepen als Gods gezalfde op het schild geheven is. Daar komt nog bij dat veel atheïsten in de VS zich gemarginaliseerd voelen en vaak te maken krijgen met wantrouwen en vooroordelen.

Inmiddels heeft zich binnen de atheïstische gemeenschap een beweging voorgedaan die zich meer richt op dialoog dan de frontale aanval op, en het ridiculiseren van gelovigen. Ook omdat gematigde gelovigen en anderen zich grote zorgen maken over de koers die de Verenigde Staten lijkt op te gaan naar een soort christelijk Iran of Saoedi-Arabië.

Atheïsten als Seth Andrews proberen door het zoeken van een grote gemene deler de dialoog aan te gaan om gedeelde zorgen over de toekomst van de democratie en de vrije wereld in het algemeen te adresseren. Die grote gemene deler ziet hij vooral in de gedeelde menselijkheid en waarden als respect, verdraagzaamheid en compassie. Dit lijkt mij een goed uitgangspunt in tijden van polarisatie.

Destination Cosmos

Van de kosmos zei astronoom Carl Sagan ooit dat, wanneer we deze overpeinzen, er een tinteling langs onze rug gaat, alsof we een verre herinnering gewaarworden van vallen van grote hoogte. Dat we weten dat we het allergrootste mysterie benaderen.

De voorstelling Destination Cosmos - die Remco en ik 18 februari bezochten - heeft deze woorden prachtig vormgegeven in beeld en geluid. Indrukwekkend is het beeldmateriaal dat de revue passeert, met prachtige muziek, van Bowie tot Wagner, als omlijsting.

Na een blik vanuit het International Space Station op onze aarde word je meegenomen naar het desolate Marslandschap. Vervolgens is het door naar de gigantische wervelstormen van Jupiter en de majestueuze ringen van Saturnus.

Uiteindelijk eindigt de voorstelling met een collage van schitterende foto's gemaakt door onder andere  de James Webb Telescoop. Het laatste beeld is voor een eenzame astronaut, hoorbaar ademend in zijn of haar ruimtepak, zwevend in de inktzwarte ruimte.

Destination Cosmos is ook een ode aan de vindingrijk en de verbeeldingskracht van de mens. Dankzij de moderne technologie is het nu mogelijk verder dan ooit het universum in te kijken. We leven dus in een bijzondere tijd.

Ik hoop dan ook dat deze verbeeldingskracht en vindingrijkheid ons zullen helpen boven onze primitieve instincten van bijgeloof en tribalisme uit te stijgen. Tenslotte weten we nog niet of er elders in het heelal andere intelligente wezens zijn die met dezelfde verwondering omhoog kijken en zich afvragen wat hun plaats is in het grote geheel.

'Miljoenen jaren geleden waren er nog geen mensen en over een paar miljoen jaar zullen er geen mensen meer zijn,' zei Sagan. Maar hij zei ook dat we de plaatselijke belichaming zijn van de kosmos die tot bewustzijn is gekomen. Het is een nederig makende gedachte maar ook een die tot diepe verwondering stemt.





Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...