zondag 9 november 2025

Geniet ervan!

Zondag 9 november mocht ik weer voorgaan bij de Remonstranten in Den Haag. Voor die gelegenheid had ik onder andere een tekst uit het boek Prediker (hoofdstuk 9 vers 7 tot en met 12) gekozen, bekend van het 'IJdelheid der ijdelheden.' In deze perikoop is  te lezen: 'Geniet op alle dagen van je leven.' Alles mag dan ijdelheid zijn, er zijn ook momenten om te genieten. De tekst hieronder is een iets ingekorte versie van mijn overdenking.

Ik moet bij het lezen van het bijbelboek Prediker vaak denken aan iets dat zich voordeed tijdens mijn opleiding. Voor het vak Wijsheidsliteratuur bleek het nog even duurde voordat het lesboek bij Prediker beschikbaar zou zijn. Noodgedwongen zou dus Hooglied vóór Prediker worden behandeld. Heel jammer, zei de docent. Gaan we eerst de lofzang op de liefde bestuderen om daarna in mineur te eindigen omdat alles ijdelheid blijkt te zijn.

De zachte wind van de melancholie waait je inderdaad tegemoet als je de verzuchtingen van Prediker leest. Alles is lucht en leegte. Om moe van te worden. Prediker – in het Hebreeuws Kohelet (verzamelaar, bijeenroeper) – lijkt geen lachebekje. Wie er achter deze naam ook schuilgaat is ook niet bekend. Hij zegt dat hij koning is te Jeruzalem. Dan valt al snel de naam Salomo, als archetype van de wijze vorst.

Maar vermoedelijk moeten we de schrijver of schrijvers ergens traceren in de Hellenistische tijd, de periode voorafgaand aan het Nieuwe Testament, waarin de invloed van de Griekse cultuur dominant is. Door zijn geschrift toe te schrijven aan Salomo lijkt dit garant te staan voor oude wortels en dus beproefde diepzinnigheid. Van nieuwlichterij en originaliteit moest men niet veel weten.

Prediker denkt diep na over de zaken. Hij lijkt een lang leven erop te hebben zitten. Niets dat hem nog verrast. Komt iemand met iets nieuws aanzetten dan heeft hij het allemaal al een keer gezien. Er is niets nieuws onder de zon. Het is een en al herhaling ad nauseam. Nu moeten we echter niet denken dat Prediker alleen maar een treurzang is en de schrijver een somberman. Zijn betoog lijkt vooral een reactie op bepaalde ideeën in het jodendom van zijn tijd. Met name het idee van ‘wie goed doet, goed ontmoet’ moet het ontgelden.

Prediker schetst niet zozeer de  metafysische vluchtigheid van het menselijk bestaan, maar de onberekenbare hoedanigheid van het leven waarin het kwaad dus vaak niet vergolden wordt en het goede niet zondermeer het goede voortbrengt. Het lijkt een beetje op het Boeddhistische concept van dukha.

Dit wordt vaak vertaald met ‘lijden’ maar het lijkt meer op de vaststelling dat het leven fundamenteel onbevredigend, frustrerend is. Als zand dat in de raderen van een geoliede machine wordt gestrooid. Het is echter niet pessimistisch bedoelt maar een realistische erkenning dat uitdagingen en moeilijkheden deel zijn van het menselijk bestaan.

Prediker lijkt geen boeddhistisch olifantenpaadje naar het Nirwana te bieden. Hij ziet wel dat in alle moeite het leven ook zijn korte momenten van vreugde kent waarvan genoten mag worden. Geen wereldverzaking en ascetisme maar omarmen wat is. Carpe diem. Het leven gaat in een zucht voorbij, dus laat het leven goed zijn.

Ondanks dat alles vluchtig is en het leven soms absurd (het woord in het Hebreeuws dat hier wordt gebruikt is ‘hevel’, letterlijk: een briesje wind) mag het leven nog steeds worden ervaren als zinvol. Het krijgt zin door het beamen van het leven zélf. Hoe? Door te eten en te drinken in goed gezelschap en te genieten van de man of vrouw met wie je je leven deelt. (Alhoewel hij ook een keer sneert dat hij nog nooit een wijze vrouw is tegengekomen.)

Het advies is deze goede zaken niet te negeren, maar zulke momenten te omarmen wanneer die zich aandienen. Immers, de tijd dat je er niet meer toe in staat bent komt vlugger dan je denkt. Het omarmen van de kwetsbaarheid, onzekerheden en spanningen in het leven brengt de mogelijkheid van echte vreugde met zich mee. Juist omdat het leven een uiterste houdbaarheidsdatum heeft.

We kunnen natuurlijk het hoofd laten hangen en wachten tot ons slotakkoord heeft geklonken. Dat is niet de boodschap van Prediker. Het is juist het besef van de eigen sterfelijkheid dat we niet zomaar opgeven maar intenser gaan leven. In een van haar laatste interviews zegt de onlangs overleden Britse actrice Patricia Routlede (bekend van haar rol als Hyacinth Bucket in Keeping Up Appearances) dat ouder worden niet het slotstuk is.

“Het kan het meest prachtige hoofdstuk zijn—als je jezelf toestaat weer te bloeien. Laat de komende jaren je schatjaren zijn. Je hoeft niet beroemd te zijn. Je hoeft niet perfect te zijn. Je hoeft alleen maar volledig aanwezig te zijn—voor het leven dat nog steeds van jou is.”

Prediker houdt zich niet bezig met speculaties over wat er na de dood komt. Voor Prediker is alles uit stof ontstaan en zal alles uiteindelijk weer tot stof terugkeren. Einde verhaal. Levend-zijn geniet de voorkeur. Daarmee schetst prediker een vrij conservatief joods beeld dat ingaat tegen andere, latere, ideeën binnen het jodendom, zoals die in apocalyptische boeken als Daniël worden vertolkt.

Daarin spelen ook de vragen als: hoe komt het dat de rechtvaardigen zo unfair worden behandeld en goede daden niet beloond? Het antwoord van de apocalyptiek is dat de uiteindelijke beloning en bestraffing geprojecteerd zijn naar een verre toekomst of het hiernamaals. Even doorbijten dus nog. Uiteindelijk komt boontje om zijn loontje en krijgt de rechtvaardige zijn gelijk.

Volgens de Belgische psychiater Manu Keirse bagatelliseren we de dood en devalueren we het leven door te speculeren over een hiernamaals, het idee dat er hierna iets beters komt. Of het nu zingende engelenkoren zijn, eeuwige picknicks, rijstepap eten van gouden bordjes of 72 maagden die je op je wenken bedienen. Veel van deze voorstellingen zijn voor mij ook helemaal niet aantrekkelijk.

Je kunt je zo voorstellen dat zelfs in je ideale paradijs na een paar duizend jaar de verveling toeslaat. Tenzij je een soort vergeetachtigheid inbouwt waardoor alles als nieuw blijft. Keirse citeert kardinaal Jozef de Kesel die deze hemelfantasieën als een excuus voor zelfmoordterroristen ziet om zichzelf op te blazen. Liever ziet Keirse dat we onze aandacht verleggen van een hiernámaals naar het hiernúmaals.

Maar dat het met de dood allemaal ophoudt is voor velen dus, om meerdere redenen, onverteerbaar. Dat is ook wel begrijpelijk. De dood is de ongewenste bezoeker die eenmaal aan onze deur zal staan en dan zegt: je mag mee. We doen er van alles aan om de dood op aftand te houden. Met enig succes, want inmiddels is de gemiddelde leeftijd decennia hoger dan in de tijd van Prediker toen het leven van de gemiddelde mens nog beroerd, wreed en kort was.

Binnen de stroming van het transhumanisme leeft zelfs de idee dat de mens door genetische manipulatie en vergaande integratie van computertechnologie in het menselijk lichaam, ouderdom en ziekte op afstand kan houden. Zo zou het mogelijk moeten zijn de onze leeftijd verder op te rekken tot 150 jaar of meer. Daar zit uiteraard een kostenplaatje aan vast. Techmiljardairs als Peter Thiel (oprichter van PayPal) en Elon Musk koketteren openlijk met deze ideeën en pompen veel geld in onderzoek ernaar.

Thiel en Musk zijn trouwens ook een groot fan van Tolkiens In de ban van de Ring. Wat ze echter niet lijken te begrijpen is dat de Ring-trilogie vooral gaat over de noodzakelijkheid van de dood en de corrumperende invloed van macht. Tolkien laat in de trilogie zien dat het juist de mensen zijn die in hun streven naar onbeperkte macht en eeuwig leven daar gevoelig voor zijn.

Het zijn niet de stoere ridders, heldhaftige krijgers en machtige tovenaars die de helden zijn, maar de kleine, weinig ambitieuze Hobbits. Zij willen in alle rust hun tuintje aanharken en hun pijpje roken bij de haard en blijken daardoor veel minder gevoelig voor de verlokkingen van eeuwig leven en macht. Ironisch genoeg wordt in In de ban van de Ring de dood zelfs het geschenk van de mens genoemd. Iets wat Thiel en Musk, geobsedeerd als zij zijn door macht, blijkbaar gemist hebben.

In de mythe van Gilgamesj lezen we ook dat onsterfelijkheid niet tot de menselijke conditie hoort. Zodra de held het kruid dat onsterfelijk maakt in handen heeft wordt dit in een onbewaakt ogenblik hem afhandig gemaakt. Er schuilt zelfs gevaar in onsterfelijkheid. Een wereld met onsterfelijken stagneert. Het is de eindigheid van het leven dat het de moeite waard maakt. De eindigheid van het leven opent zowel een sfeer van noodzaak als van vrijheid.

Het staan in deze vrijheid is waardevol in zichzelf en voor zichzelf. De opdracht is dus: sta in de vrijheid. Het besef van het einde verbindt je met waar het in het leven om gaat. Als je bent doordrongen van de eindigheid van het bestaan weet je dat je die moet aangrijpen om mens te zijn. Daarbinnen is ruimte voor zelfbeschikking en ontplooiing. Deze zijn niet los te zien van de verbinding met anderen.

Vrijheid is geen vrijbrief om maar te doen wat je wil, maar wordt beperkt door anderen. Onze vrijheid is onlosmakelijk verboden met onze waardigheid en onze zorg voor elkaar. Ons idee van een zelf is niet iets dat in een vacuüm, in een aparte wereld, zelfstandig kan bestaan.

Ons zelf is iets wat ingebed is in een web van relaties. Dat geldt niet alleen voor ons mensen onderling, maar voor de natuur en de wereld als geheel. We zijn er niet los van te zien. Autonomie is geen autarkie in de zin van zelfvoorzienend-zijn. Om te floreren hebben we elkaar nodig.

Prediker adviseert zijn lezers te genieten van zaken als eten en drinken, maar stelt ook grenzen aan het genot. Het is dus niet van: lang leve de lol! Een wijze beteugelt zichzelf door op gepaste tijden naar een feest te gaan en drinkt zich geen stuk in de kraag. Met het 'Heb je naaste lief als jezelf' trek je een grens om je eigen vrijheid zodat deze geen vrijbrief wordt om de ander te belemmeren in het uitoefenen van haar of zijn vrijheid. Maar kijk ook naar elkaar om zonder elkaar de maat te meten.

Het leven mag gevierd worden. Genieten kan en mag, ook van de kleine dingen. Dat vraagt ook een manier van kijken die openheid en aandacht vereisen. Geniet van eten en drinken, van de wind in je haar en het zonlicht op je gezicht. ‘Wat een weldaad voor de ogen om de zon te zien’ zegt Prediker immers. Maar smeer je wel in, zouden we nu eraan toevoegen.

Leef het leven. Geniet van de sterrenhemel. Van het wisselen van de seizoenen. Lees goede boeken en bezoek theater en bioscoop. Geniet waar en wanneer mogelijk. Ontzeg je de mooie dingen niet waarvan je later moet zeggen: had ik het maar gedaan. Mocht dat toch zo zijn, wees dan ook mild voor jezelf en blijf niet hangen in verwijt en probeer de fouten te herstellen. Wie kan immers terugkijkend zeggen hoe het anders was gegaan?

Bij de voorbereiding heb ik als bronnen o.a. gebruikt:

Hägglund, M. (2019) This Life. Why Mortality Makes Us Free. London: Profile Books Ltd.

Keirse, M. (2023) Anders leven. Pleidooi voor een humanere en meer verbonden samenleving. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv.

Linden, N ter. (2016) En dan nog dit. Wandelen met God. Amsterdam: Nico ter Linden/Uitgevrij Balans.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...