dinsdag 28 oktober 2025

Kosmische komedie. Een terugblik op zondag 26 oktober


















Zondag 26 oktober mocht ik weer voorgaan in de dienst van de Remonstranten in Den Haag. Een dienst vraagt altijd een gedegen voorbereiding. Overdenkingen schud ik dan ook niet zomaar uit mijn mouw. De vraag is om te beginnen vaak: waar ga ik het over hebben? Een bijbeltekst kan het startpunt zijn om die vraag te beantwoorden. Nu heb je een scala aan verhalen, spreuken, liederen, legenden, rituele voorschriften, parabels en andere teksten waar je uit kunt putten.

Om te voorkomen dat de bekende verhalen voortdurend worden opgediend en uitgelegd bestaat er zoiets als een oecumenisch leesrooster. Doorheen het hele jaar is voor elke zon- en hoogtijdag een selectie aan teksten gemaakt zodat deze de spreker-predikant wat handvatten biedt, mocht deze er zelf niet uitkomen. Of om te voorkomen dat de barmhartige Samaritaan weer op moet draven.

Nu is het terugvallen op een bekend geacht verhaal niet altijd te voorkomen. Bijvoorbeeld omdat de kerkgangers met Kerst het verhaal van Maria, Jozef en het kindeke Jezus verwachten. Maar niet elke tekst ligt lekker in het gehoor of past bij wat de voorganger zijn gehoor wil meegeven. Veel teksten in de bijbel, zoals Anna-Claar Thomassen-Rosingh in Re-imagining the Bible for Today zegt: niet alle teksten zijn even moreel, mooi of historisch interessant.

Sommige zijn zelfs verbijsterend, gewelddadig en soms regelrecht aanstootgevend. Veel teksten zijn niet geschikt voor jonge lezers en mensen met een zwakke maag. Je doet er beter aan ze links te laten liggen. Voor wie de bijbel het onfeilbare en geïnspireerde woord Gods is betekent het vaak dat je je in vele intellectuele bochten moet wringen om recht te praten wat krom is. Het is oké om het niet eens te zijn met wat je leest.

Kiest de spreker ervoor een tekst aan het bedachte thema te koppelen of het thema uit de voorgeschotelde tekst te halen? Natuurlijk staat het vrij om af te wijken van het leesrooster en inspringend op de actualiteit een of meerdere teksten te lezen die het goed doen als kapstok om het betoog aan op te hangen. Overigens is het binnen de meer vrijzinnige kerken vaak ook geen punt om ook een tekst te lezen uit andere literaire werken, religieus of anderszins.

Is de tekst eenmaal gekozen, dan is goed om even te kijken naar dóór wie en vóór wie deze is geschreven, welk genre het is en wat anderen erover te zeggen hebben. Kennis van de grondtaal schept ook meer duidelijkheid aangezien bij de vertaling ook veel niet gezegd wordt. Of juist van alles van de vertaler(s) door hun keuze voor juist déze vertaling.[1] Achtergrond van lezer en publiek zijn sowieso van invloed op de keuzes.

Voor deze zondag had ik gekozen voor twee teksten: een uit het Oude Testament (1 Koningen 22) en een uit het Nieuwe Testament (Efeziërs 6). De eerste gaat over de koningen Josafat van Juda en Achab van Israël. De laatste vraagt de eerste om militaire steun om een stad te heroveren die bezet is door het naburige Aram (Syrië). De tweede gaat over wat ‘de wapenuitrusting van God’ wordt genoemd.

Tot mijn verassing zag ik op Facebook een post waarin voor de dienst van 19 oktober de dienstdoende predikant óók deze tekst had uitgekozen. En dat terwijl de opzet van mijn liturgie al verstuurd was. Toch heb ik maar even gevraagd wat te doen. Alles omgooien? Preek in de prullenbak? “Ik zou niet alles veranderen als ik jou was,” was het antwoord. “Niemand vindt het erg als een bepaalde bijbeltekst van een andere invalshoek benaderd wordt. Dat kan het juist ook interessant maken.” Voor de zekerheid heb ik, voor ik alles ging uitschrijven, toch zijn preek van maar even beluisterd.

Op de preekstoel (bij een andere gelegenheid) 
Zondag toog ik dus naar het kerkgebouw aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag. Het onstuimige weer zou voor veel mensen wel eens een te grote hindernis kunnen zijn om fysiek de dienst bij te wonen. Ook het ontvangstcomité vreesde dat er slechts een klein gezelschap zou zijn, maar dat viel uiteindelijk mee en de zaal was, zij het op het laatste moment, nog aardig vol gelopen. Inmiddels zorgde de organist voor al voor de juiste muzikale omlijsting. Stipt om half 11 liep ik onder klokgelui met het dienstdoende kerkenraadslid door de kerkzaal naar voren waar ik op de eerste rij geplaceerd werd. Na het welkomstwoord en het zingen van het openingslied mocht ik mij naar het spreekgestoelte begeven.

Als thema had ik Een kosmische komedie gekozen omdat in beide teksten sprake is van een wereldbeeld of kosmologie waarin achter het decor van deze zichtbare wereld een geestelijke wereld schuilgaat waarvandaan het wereldgebeuren beïnvloed wordt. Deze wereld had een soort gelaagdheid waarin geesten als in een soort kosmische volière af en aanvlogen. Ook de planeten (in het geval van de brief aan de Efeziërs) oefenden - een niet altijd positieve - invloed uit. Deze kosmos in laagjes mag velen van ons wat vreemd aandoen maar helemaal verdwenen is die niet. Denk maar aan het nog steeds aanwezige geloof in astrologie.

Een kosmische komedie
In het verhaal van Achab en Josafat  zien we de twee koningen in staatsiegewaad op provisorisch opgestelde tronen plaatsnemen. Nu was het gebruikelijk dat er voor men ten strijde trok ook nog even raad werd gevraagd aan de goden. 400 van Gods profeten worden opgetrommeld. Op de vraag: optrekken of niet? is het unanieme antwoord: doen! God geeft je de stad op een presenteerblaadje. Eén heeft zich zelfs uitgedost met horens van ijzer. De koningen zouden als stieren inbeuken op de vijand en zo de Arameeërs terug in hun hok jagen.

De vrome Josafat vindt zoveel unanimiteit verdacht en vraagt zich af of er misschien nóg een profeet is. Die is er, Micha, maar Achab heeft een hekel aan hem want hij verkondigt alleen maar onheil. Micha wordt vooraf gebrieft over wat de 400 collega’s hebben gezegd. “Zeg alsjeblief ook iets gunstigs!” is het dringende advies. “Trek op en u zult voorspoedig zijn. De Heer zal het in uw macht geven!” zegt Micha niet zonder sarcasme. Zijn reputatie als onheilsprofeet kennende bijt de koning Micha toe de waarheid te vertellen.

Dan vertelt Micha van een wonderlijke hemelse vergadering van de Heer en zijn legers. God wil Achabs ondergang maar hij heeft iemand nodig die hem kan overhalen op te trekken naar Ramoth. Uiteindelijk treedt een geest naar voren die Gods profeten leugens in de mond zal leggen. En God? Die vindt het een uitstekend idee. Eigenaardig, denk ik dan. Een geest die erop uitgestuurd wordt om God een excuus te geven om Achab in de val te lokken! God die zijn hand niet omdraait voor een stukje list en bedrog om zijn doel te bereiken? Hm… (Lees dit verhaal eens in de kostelijke hervertelling van Guus Kuijers Bijbel voor ongelovigen.)

Onwillekeurig moest ik bij die mooi pratende profeten denken aan de foto van Donald Trump die met gevouwen handen achter zijn bureau gezeten de zegen van God over zich laat afroepen door de om hem heen verzamelde predikanten en evangelisten[2]. Autocraten als Trump, Putin en Bolsonaro omringen zich graag met jaknikkers en hielenlikkers. Mooipraters die hen bewieroken, prijzen voor elke scheet die ze laten. Uit overtuiging, opportunisme, lijfsbehoud of een combinatie ervan. De goedkeuring van God is mooi meegenomen.

Het contrast met de dappere bisschop van Washington, Mariann Edgar Budde, kon niet groter zijn. Budde confronteerde Trump door begin dit jaar tijdens de gebedsdienst na zijn inauguratie in haar slotpleidooi aan te dringen op barmhartigheid. Is het immers niet de taak van mensen met écht moreel gezag om machthebbers niet van een goddelijk mandaat te voorzien maar kritisch te zijn en tegengas te bieden? De kersverse president vond het maar een waardeloze preek.

Mariann Edgar Budde

Een autocraat heeft een ontstellend gebrek aan relativeringsvermogen en humor, blijkt maar weer. Als er al sprake is van humor is dat in de vorm van bijtende spot, leedvermaak en pesterijen. Ironie ontgaat hem, satire is een persoonlijke aanval. Kritische stemmen moeten monddood worden gemaakt. Je moet wel voor hem klappen, anders krijg je klappen. Dit soort machtshebbers zijn niet meer dan bandieten en gangsters.

De opkomst van politici als Trump en de toenemende invloed van complottheorieën en desinformatie gaan gelijk op. Hoewel men graag prat gaat op het eigen kritische denkvermogen (bedenk maar hoevelen er bijvoorbeeld niet roepen dat ze “zelf ‘onderzoek’ hebben gedaan naar vaccins”) is daar veel op af te dingen. Zo blijkt dat binnen het kamp van nieuwe spirituelen, yoga- en wellnessmoeders en antivaxers velen zijn die hun oor laten hangen bij extreem-rechts.[3]

Werkelijk kritisch denken is een kwestie van oefening, cultivering, educatie en training. Jarenlange blootstelling aan hersenloos entertainment en nieuwsgaring via sociale media hebben dat denkvermogen afgestompt en velen tot louter consumenten gemaakt van soundbites, frames en frases zonder context. Het zijn holle vaten waar naar believen alles in gegoten kan worden zonder dat er sprake is van een filter of reflectie.

Ik mag dan ook graag de astronoom Carl Sagan citeren die in de jaren 90 al zei: “Als we zelf niet kunnen nadenken en onwillig zijn om autoriteiten te bevragen zijn we slechts boetseerklei in de handen van machthebbers. Als we te lang bedot zijn, zijn we geneigd al het bewijs daarvoor te negeren en zijn we niet langer geïnteresseerd in het vinden van de waarheid. Het bedrog heeft ons in zijn greep en het is te pijnlijk om te erkennen dat we in de maling genomen zijn.”[4]

Carl Sagan

Zoiets gaat niet op stel en sprong, maar sluipenderwijs. We worden eerst gepaaid en gekieteld, verdoofd en bedreigd, verdeeld en verbonden door een meester-poppenspeler, die tegelijkertijd beul en minnaar is.[5] Maar als je een charlatan eenmaal macht over je hebt gegeven krijgt je het zelden weer terug. (Houd deze gedachte vast als je naar het stemlokaal gaat.) Hoewel Sagan vreemd zou kijken als je hem een profeet zou noemen heeft hij voor zijn overlijden al gezien hoe religieus extremisme Amerika in zijn greep zou krijgen door het ondermijnen van wetenschap en de afbraak van het onderwijs.

Na afloop van de dienst was het tijd voor koffiedrinken in de Tuinzaal maar daarvóór werden nog even handen geschud bij de deur. Aan de reactie van de mensen is vaak wel te merken hoe de overdenking geland is. Wordt met beide handen mijn hand gepakt dan zit meestal wel goed. “U heeft ons veel gegeven om over na te denken,” of: “Mooie overdenking” zijn zomaar wat reacties die ik mocht ontvangen. Feedback is sowieso goed. Ook kritische. Ik kan er veel van leren. Onder het koffiedrinken hoorde ik iemand – niet tegen mij – nog zeggen: “Ik hou niet zo van die politiek getinte preken.” Een andere kerkganger drukte mij op het hart niet al te uitgesproken te zijn “want je nooit wie er meeluistert.” Na wat leuke gesprekken was het weer tijd om naar huis te gaan.



[1] In de Willibrordvertaling van 1975 wordt het in de katholieke kerk gebruikelijke woord ‘doopsel’ in plaats van ‘doop’ gebruikt.

[2] De profeet die in het bijbelverhaal ronddanste met ijzeren horens op zijn hoofd deed mij weer denken aan de zogenaamde QAnon-sjamaan die tijdens de bestorming van het Capitool een hoofdtooi van bont met horens droeg.

[3] Lees daarover het boek Eigen welzijn eerst van Roxane van Iperen.

[4] (Sagan, 1996)

[5] Citaat uit de beklemmende roman Het bewind van de gelukkigen van Nelleke Noordervliet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...