donderdag 11 september 2025

(A)Sociaal


Moet ik mijn sociale media-accounts opheffen? Als het aan auteurs als Jaron Lanier (kunstenaar en pionier op het gebied van virtual reality) en Thijs Launspach (psycholoog) ligt wel. Vooral platforms als X (voorheen Twitter), Facebook, Google en TikTok zou je als de wiedeweerga moeten verlaten om jezelf, maar ook de wereld, mentaal gezond te houden. Lanier somt in zijn boek Ten Arguments for Deleting Your Social Media Accounts Right Now, zoals de titel al weggeeft, tien dringende redenen op om je accounts op te heffen. Sociale media zouden je beroven van je vrije wil, ze veranderen je in een klootzak, ondermijnen de waarheid (of hollen het begrip uit), maken wat je zegt zin- en inhoudsloos en bovendien hartstikke ongelukkig.

Launspach gaat daar een heel eind in mee. Omdat er een flink beroep op ons gevoel van morele verontwaardiging gedaan wordt bij bepaalde berichten, hebben we de neiging er flink te keer te gaan. Door deze berichten te liken en te delen komen deze elke keer weer bovendrijven. Sociale media gedijen dus blijkbaar het best door een beroep op onze negatieve gevoelens te doen, zoals verontwaardiging, angst en boosheid. Bovendien zegt Launspach dat de socials bij uitstek de plek zijn voor wat moral grandstanding (morele grootsheid) wordt genoemd. Dit is onze neiging om anderen te laten zien dat we gedrag van personen die over de schreef gaan afkeuren. Vooral als deze tot een andere groep dan de onze behoren is deze neiging sterk en effectief. Je kunt deze ander dan makkelijk wegzetten als wappie, schaap of woke.

Sociale media hebben ook de neiging als een soort fuik, (de fabeltjesfuik van Arjen Lubach), bubbel of echokamer en/of megafoon te fungeren. De fuikfunctie zit er vooral in dat de algoritmen ervoor zorgen dat op basis van je eerdere zoekgedrag je zoveel mogelijk van dezelfde content te zien krijgt en zolang mogelijk blijft kijken. Er wordt ook wel van een ‘rabbit hole’ (konijnenhol, een metafoor uit Alice in Wonderland) gesproken. Daardoor kun je zomaar uren achter elkaar je verliezen in het opzoeken van materiaal dat je interessant of amusant vindt. Omdat dit allemaal een beetje veel van hetzelfde is zal je niet snel alternatieven tegenkomen. Ook het waarheidsgehalte van het aangebodene is twijfelachtig op zijn minst. Het is een glijdende schaal waardoor mensen die alleszins normaal en redelijk zijn op den duur zelfs de meest bizarre dingen gaan geloven.

De bubbel zorgt ervoor dat je met zoveel mogelijk gelijkgestemden in aanraking komt. Aangezien die het grotendeels met je eens zijn en veel van je posts zullen beamen is er geen correctie of weerwoord, maar alleen bevestiging. Zo verslapt je kritisch denkvermogen. Op het moment dat iemand door onze bubbel prikt voelen we dit als een aanval of belediging en zullen we er alles aan doen onze gekrenktheid te verzachten, bijvoorbeeld door de opmerking te bagatelliseren, ter zijde te schuiven of juist in de aanval te gaan. Dat laatste is op veel platforms, die dol zijn op escalatie, olie op het vuur en wordt dus ook toegejuicht. Hoe meer ophef, hoe beter, want we blijven dan immers doorlezen. Ophef werkt.

Normaal gesproken zou je, aldus Launspach, wanneer je tegenover een persoon zit die het niet met je eens is een bepaald basisrespect hanteren. In de onlinewereld gaan deze sociale vaardigheden en omgangsvormen het raam uit en vallen we terug op onze primitieve instincten omdat we ons afgeschermd en ongezien wanen. Launspach noemt als vergelijking automobilisten die in de auto helemaal los gaan en de medeweggebruiker de ergste dingen – in Nederland vooral ziektes – toewensen. Vooral omdat er niemand is die ons dan corrigeert.

Lanier heeft het over gemeen-zijn, boosaardigheid bij de omgang op sociale media. Het is volgens hem de ruwe olie van de sociale mediabedrijven. Het is deze negatieve aandacht waardoor gewone mensen veranderen in klootzakken. En de grootste klootzakken krijgen de meeste aandacht. Launspach zegt dat door het dehumaniseren van de ander –  door iemand te reduceren tot een aspect van diens identiteit, persoonskenmerk of mening (woke, wappie) – je ze makkelijker weg kunt zetten als niet-ons-soort-mensen. In het extreme geval kan daardoor zelfs een hele bevolkingsgroep (zoals de Rohingya in Myanmar) het slachtoffer van etnische zuivering worden.

Een recente ervaring op Facebook heeft mij af doen vragen of mijn aanwezigheid daar wel zo zinvol en handig is. Zeker, ten eerste, omdat de eigenaar van het platform, ene meneer Z., zich tot het MAGA-isme heeft laten bekeren – uit overtuiging of lijfsbehoud of een beetje van beide – en de Europese regulering als een aanval op de vrijheid van meningsuiting wegzet. Ten tweede omdat ik de toonzetting bij sommige berichten, met name bij wetenschappelijke artikelen en posts van bijvoorbeeld de NOS – en misschien reageer hier ik vanuit mijn eigen vermeende morele superioriteit – te stom vind om woorden aan vuil te maken. Ten derde omdat ik op een reactie van mijn kant bij een bericht over het LHBTI-beleid van een zekere megakerk op de persoon gespeelde reacties kreeg.

Even een situatieschets: De kerk in kwestie kan of wil geen stellen van hetzelfde geslacht inzegenen. Men kan daar geen bijbelse basis voor vinden. Mede daardoor heeft een groep LHBTI-ers de kerk verlaten. In de reacties stond te lezen dat de bijbel, waar het gaat om relaties, seksualiteit en huwelijk, als leidraad en normgevend moet worden gezien en nagevolgd. Mijn reactie daarop was dat als in de bijbel praktijken als polygamie en slavernij voorkomen deze toch ook geen navolging verdienen. Dat was tegen het zere been. “Deze praktijken worden in de bijbel helemáál niet goedgekeurd!” (Strikt genomen is dat ook zo, maar ze worden ook niet áfgekeurd. Het was ‘gewoon’ iets wat wijdverspreid was. Wel zijn er uitgebreide voorschriften hoe om te gaan met slaven.) Een andere reactie was: “Wat voor bijbel lees jij? De satansbijbel?” Wellicht had ik daar op moeten antwoorden dat ik dat zeker met veel plezier deed. Vooral voor het slapen gaan.

Veel commentatoren haalden dus hun argumenten uit de bijbel die zij als geïnspireerd woord van God zien en dus tijdloos. Dat er andere bijbelvisies bestaan, bijvoorbeeld een meer vrijzinnige of wetenschappelijke, of die de bijbel als mensenwerk zien, leek er niet in te gaan. Half schertsend had ik in het draadje een citaat van de theoloog Harry Kuitert geplaatst: “Alle spreken van Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt.” Daarmee bedoelend, denk ik, dat zelfs als je van de goddelijke oorsprong van de bijbel uitgaat je altijd nog een kaste van theologen, exegeten, hermeneuten, predikanten en dergelijke nodig hebt om de bijbel te verklaren en uit te leggen. In bepaalde kringen werkt de naam van Kuitert blijkbaar nog steeds als een rode lap bij een stier. “Wat weet een ongelovige van geloofszaken?” Vrijzinnigheid is blijkbaar een vies woord.

De ironie was ze ontgaan en de knuppel was in het hoederhok beland. Vervolgens had de persoon die mij betichtte van het lezen van de satansbijbel mijn Facebookprofiel gelezen en verontwaardigd gereageerd dat ik – die gewerkt had als geestelijk verzorger – eigenlijk een soort nestbevuiler was. Mijn uitleg dat een geestelijk verzorger ook een humanist kan zijn, en dat mijn werk als rondleider bij een ruimtevaartmuseum niets met geloof en religie te maken had viel niet goed, maar bevestigde hem in de mening die hij over mij gevormd had. (Op diens profiel zag ik berichten over creationisme en veel antilinks sentiment.) Ik moest vooral doorgaan met mijn slavenleventje. Na deze jij-bak vond ik het wel genoeg, wenste ik deze persoon het allerbeste en blokkeerde hem. Ook was dit voor mij nu even het moment om een aantal mensen te ontvrienden. Het opschonen van je vriendenlijst lucht soms lekker op.

Nu, ik snap dat ik daarmee mij wellicht iets meer in mijn eigen bubbel terugtrek. Ik heb er geen moeite mee als mensen een andere mening hebben. Waar ik echter een grens trekt is wanneer er op de man gespeeld wordt. Een wijze les voor mij is dat ik een volgende keer niet meteen toehap bij dergelijke berichten. De neiging bestaat om een dergelijk bericht te gebruiken om over en weer elkaar eindeloos jij-bakken toe te gooien. Misschien moet ik mensen, op basis van wat ze op sociale media plaatsen, ook niet meteen typeren als ‘fundamentalist.’ Alhoewel sommigen - zoals in dit geval - dit als een soort geuzennaam dragen.

Tegelijk vind ik het werkelijk tenenkrommend wat mensen allemaal het web opslingeren. (Daar heb je die boosheid en verontwaardiging weer.) Het gevoel van boosheid of belediging is soms iets wat veel te lang aan me blijft knagen. Dus: note to myself: ga niet mee in de stroom van negativiteit, reageer constructief en onderbouw wat je zegt. Of tel tot tien en vraag je af of de kool de sop wel waard is en doe iets nuttigs of ontspannends. En: vraag je af of je misschien zelf als een klootzak hebt gedragen. Of vraag het een ander. Maar dan face to face. Dat werkt beter en minder polariserend. Denk ik.

Bibliografie

Lanier, J. (2018). Ten Arguments for Deleting Your Social Media Accounts Right Now. London: Penguin Random House UK.

Launspach, T. (2023). Asociale media. Hoe socials je manipuleren en hoe je ontsnapt aan hun greep. Amsterdam: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...