maandag 30 september 2024

Naar Parijs geweest. Een opstel (1)

Toen ik nog op de lagere school zat gingen we als leerlingen jaarlijks op schoolreisje. Dat was gewoonlijk tegen het einde van het schooljaar. Erna was het gebruikelijk om van de opgedane ervaringen een verslag in de vorm van een opstel te schrijven. Voor kinderen in die leeftijd is het niet vanzelfsprekend dat zo'n opstel meteen in aanmerking komt voor een literatuurprijs, maar oefening baart kunst zal ik maar zeggen. Meestal was zo'n opstel een opsomming van activiteiten aan elkaar geregen met 'en toen.' 'En toen gingen we naar de bus. En toen viel Liesje van de schommel. En toen moest de juf plassen. En toen werd Henkie misselijk...' Enfin, iets in die trant dus. Ik kan me nog herinneren dat een juf (of meester) een beetje onpasselijk van al die en-toens werd en haar leerlingen dus aanmoedigde wat creatiever met de tekst om te gaan. Waarschijnlijk om het leeswerk voor haar ook wat aangenamer te maken.

Het is verleidelijk om van mijn/ons recente bezoek aan Parijs ook zo'n opsomming te maken. 'En toen gingen we naar het stadion. En toen gingen we na het concert weer naar de Metro...' Et cetera. Dit omdat, ondanks de korte tijd die we er hebben doorgebracht best wel veel hebben gedaan en gezien. De aanleiding om naar de Franse hoofdstad af te reizen was een bezoek aan het concert Nevermore van Mylène Farmer in het Stade de France. Hetzelfde stadion dus waar recent nog atleten trachtten de fel begeerde Olympische medaille te bemachtigen. Na een voorspoedige rit naar Parijs en na ons door de notoire verkeerschaos op de Boulevard Périphérique te hebben geworsteld kwamen we aan bij ons hotel in Montparnasse.

Er was nog voldoende tijd om de omgeving te verkennen voordat ons gezelschap richting het Stade de France zou gaan. De grauwe wolkenlucht was inmiddels opengebroken en zo hadden we even een onbelemmerd uitzicht op de ciel de Paris vanwaar een vriendelijk zonnetje de nog natte straten deed glinsteren. Een aangename verrassing was de Jardin du Luxembourg met zijn Grand Bassin en vele beelden welke zich op loopafstand van het hotel bevond.

Jardin du Luxembourg

Om niet met een lege maag naar het stadion te reizen streken wij neer bij Tabac de la Sorbonne, een restaurant aan de Boulevard Saint Michel. Omdat na het eten de hemelsluizen weer open waren gegaan, waren Remco en ik genoodzaakt in een alleraardigst winkeltje genaamd Parapluie Simon twee regenponcho's aan te schaffen. Deze bleken later bij het stadion geen overbodige luxe te zijn. Vrienden Peter en Boris bleken genoeg te hebben aan de jassen die zij al droegen.

Nu ben ik zelf geen liefhebber van grote mensenmassa's. Vroeger zou ik mij er zeer ongemakkelijk in hebben gevoeld, maar in de loop der jaren is er bij mij een zekere gewenning ontstaan waardoor ik de drukte makkelijk kan ondergaan. En druk was het bij het Stade de France waar zo'n 80 duizend fans van Mylène Farmer zich hadden verzameld. De veiligheidsmaatregelen waren dan ook niet gering en zo werd het toegestroomde publiek, wij niet uitgezonderd, grondig gefouilleerd.

Uiteindelijk wisten we onze zitplaatsen te bereiken: twee kuipstoeltjes helemaal bovenin de tweede ring tegen de muur geplakt. Daar wurmden we ons met veel bon soirs en excusez mois tussen de andere bezoekers die daar al zaten. Groot voordeel van onze zitplaatsen was dat deze overdekt waren. In geval van regen zouden we dus droog hebben gezeten. Overigens is het gedurende het hele concert droog gebleven. Een gelukje voor de mensen op de vloer en het podium.

Als je mij een aantal jaren geleden zou hebben verteld dat ik nog eens een concert van Mylène Farmer bij zou wonen zou ik je niet geloofd hebben. Sowieso was zij voor mij een redelijk onbekende artiest en had ik geen idee van haar status als superster en muzikale grootheid in de Francofone wereld. Farmers bekendste hit is Désenchanté (1991) die ik eerder alleen in uitvoering van de Belgische Kate Ryan kende. Volgens Wikipedia is Désenchanté geïnspireerd op een boek van de Frans-Roemeense filosoof Emil Cioran. De tekst is vrij pessimistisch van toon en gaat over een teleurgestelde generatie die de gevoelens voor de wereldgebeurtenissen van die tijd weerspiegeld.

Farmer stelde haar fans niet teleur en wist een spectaculaire show neer te zetten, geheel in de stijl van Edgar Allen Poe's gedicht The Raven. Vandaar de titel 'Nevermore,' het enige woord dat de geheimzinnige raaf ik het gedicht zegt. Verrassend was het duet met de Amerikaanse zanger Seal. Traditiegetrouw werd Désenchanté aan het einde van het concert gezongen, voor het laatste nummer. Op het moment dat de eerste tonen van Desenchanté klonken ging het voltallige publiek uit zijn dak en zong luidkeels het refrein mee:

Tout est chaos à côté
Tous mes idéaux, des mots abimés
Je cherche une âme, qui pourra m'aider
Je suis d'une génération désenchantée
Désenchantée

Omdat mijn kennis van het Frans abominabel is zal mijn fonetische gelal wel onverstaanbaar zijn geweest voor mijn buren.

De volgende dag was vooral om even de toerist uit te hangen en naar het Île de la Cité en de Eiffeltoren te gaan. De tijd - slechts een dag - was te kort om alle hoogtepunten van de stad te bekijken of te bezoeken. Wordt vervolgd dus.

maandag 16 september 2024

Memento mori en lechajim!


Omdat manlief werkt bij een van de mooiste begraafplaatsen van Nederland: Sint Petrus Banden, mocht hij daar het afgelopen weekend in verband met Open Monumentendag acte de préséance geven. Voor die gelegenheid was ook de priesterlijke crypte onder de kapel kort geopend voor bezichtiging. Remco ging wat eerder de deur uit om zich bij de poort te posteren om de bezoekers te ontvangen met koffie, koek en brochures. Ik zou hem wat later achterna reizen met de bus. Wel fijn dat ik met lijn 22 van de HTM in slechts een half uurtje en zonder overstap naar de monumentale begraafplaats kon rijden.

Het nieuws van de tijdelijke openstelling van de crypte zorgde voor een aardige stoet belangstellenden. Ik mocht dus, eenmaal daar aangekomen, achter aansluiten bij de andere bezoekers. In de crypte was inmiddels al een eerste groep van vijftien bezoekers naar binnen gegaan. Gelukkig hoefde ik niet heel lang te wachten en hoorde ik bij de gelukkigen die deel uitmaakten van de volgende vijftien die langs het steile trapje mochten afdalen. Binnen stond de directeur klaar om iedereen te verwelkomen en uitleg te geven. De kruisvormige ruimte met tongewelf bevat diverse priestergraven en ossuaria (beenderkistjes). Recentelijk is de hele ruimte nog gerestaureerd en van een nieuwe vloer voorzien, vertelde zij.

Na wat rondgekeken te hebben was het weer tijd om de crypte te verlaten. Omdat Remco en ik later die middag met vrienden hadden afgesproken om de rest van de begraafplaats te bekijken zou ik tot die tijd de omgeving verkennen en kijken welke monumentale zaken nog meer te bezichtigen waren. Nu ligt Sint Petrus Banden op loopafstand van het Vredespaleis en dus besloot ik, na eerst een kopje koffie te hebben gedronken, die kant op te lopen. Zo passeerde ik de joodse begraafplaats waar bij de ingang een aantal vrijwilligers trachtte de vlag van de Open Monumentendag aan het hek te bevestigen. Om 12 uur zou de begraafplaats te bezichtigen zijn.

Na een kort bezoek aan het bezoekerscentrum van het Vredespaleis - wat zelf niet te bezichtigen was -keerde ik weer terug naar de joodse begraafplaats. Daar was ik van harte welkom om zelf even rond te kijken en eventueel deel te nemen aan een rondleiding. Mits ik dan wel een hoofdbedekking op de schedel plaatste. Omdat ik geen hoed of pet bij mij had werd er vlot een keppeltje aangeboden. Daarmee getooid - en altijd op mijn hoede voor eventuele windvlagen die het stukje textiel in een frisbee zouden veranderen - betrad ik de begraafplaats.

Een groter contrast met het katholieke Sint Petrus Banden was niet denkbaar. In tegenstelling tot deze begraafplaats met zijn classicistische bouwwerken en geometrisch aangelegde grafmonumenten was de joodse begraafplaats een sobere dodenakker met verweerde en met korstmos bedekte gedenkplaten. Het geheel had daarmee een heel andere charme maar was daarom niet minder sfeervol. Hier leek de natuur de overhand te hebben terwijl bij de katholieke buren het vooral de mens was die de natuur met liniaal en waterpas in een strak keurslijf had gehesen. Overigens was op de joodse begraafplaats het gras voor de gelegenheid gemaaid.

De gids op de joodse begraafplaats vertelde iets over het ontstaan en gaf toelichting bij bijzondere grafmonumenten. In 1694 werd een eerste stukje duingrond aangekocht om overleden Sefardische en Asjkenazische joden[1] te begraven. Het Sefardische gebruik van liggende grafstenen werd overgenomen door de Asjkenazische joden zodat er weinig rechtopstaande grafmonumenten te vinden zijn. Van lieverlee werd de begraafplaats met verdere aankopen van grond uitgebreid. Op de begraafplaats liggen onder meer de schilders Jozef Israëls en Salomon Verveer en Neerlands eerste joodse minister begraven.

Een bijzonder detail dat mijn opviel was de afbeelding van twee handen op sommige zerken. Het gaat hier om de zegenende handen van Cohen. Van de Cohens wordt gezegd dat zij afstammen van de bijbelse priesters die dienst deden in de tempel in Jeruzalem en dus gemachtigd zijn om de zegen te geven aan de geloofsgemeenschap. De wijze waarop de vingers gespreid zijn zou een verwijzing zijn naar de Hebreeuwse letter Sjin, ש, de eerste letter van Sjaddai, wat 'almachtige' betekent.

Waar ik dit gebaar vooral van ken is de serie Star-Trek, waarin de Vulcan Mr. Spock, gespeeld door Leonard Nimoy, regelmatig bij wijze van groet zo de hand opsteekt en eraan toevoegt: ‘Live long and prosper.’ Inderdaad heeft de joodse acteur Nimoy zelf dit gebaar ooit geïntroduceerd met de priesterlijke zegen in gedachte. Ik vraag me af hoeveel Trekkies dit weten.

Joden kennen eeuwige grafrust en dus worden de graven niet geruimd. De doden wachten daar de komst van de Messias af en dag van de wederopstanding. Dit wil niet zeggen dat de begraafplaats altijd met rust is gelaten. In de Tweede Wereldoorlog was het terrein Sperrgebiet en liepen er loopgraven doorgeen. Ook zijn er V2’s vanaf gelanceerd (waarbij de installatie met grafstenen werd ondersteund) en is er een Britse vliegtuigbom ontploft. Van de kapotte grafstenen is later een klein monument gemaakt.

Een bezoek aan beide begraafplaatsen maakt veel inzichtelijk over de theologische verschillen tussen katholieken en joden[2], maar vooral over de voorstellingen en verwachtingen met betrekking tot wat er eventueel ná dit leven komt. De joodse gids liet het in het midden of er zoiets is als een hiernamaals. ‘Afwachten maar. En die Messias en de wederopstanding? We zullen zien.’ Het joodse geloof lijkt vooral gericht op hoe je hier en nu het goede leven kunt bewerken. Of dit representatief is voor alle joden weet ik niet. Ik ben geen insider, maar deze gedachte spreekt wel aan.

Het jodendom, net als alle andere religies, is divers en kent vele stromingen dus zal daar ook wel verschillend over worden gedacht. De katholieke begraafplaats lijkt vooral een opstapje naar de hemel te zijn, de eeuwige gelukzaligheid waar de gelovige op mag hopen. Vandaar ook de vele afbeeldingen van engelen en vortexen van opstijgende zaligen. Maar ook van de vele nuances van het katholieke geloof weet ik niet alles.

Aan het einde van de middag verschenen onze vrienden op Sint Petrus Banden om daar de kapel, arcade en grafmonumenten te bekijken. Nadat Remco met zijn collega had opgeruimd en afgesloten vertrokken we aansluitend naar restaurant Phuket in Scheveningen voor een heerlijke Thaise maaltijd. Zo werd deze Open Monumentendag een memento mori-dag afgesloten met een welgemeend ‘lechajim!’ Op het leven!



[1] Sefardische joden zijn afkomstig uit met name Spanje en Portugal vanwaar, nadat het zeer katholieke koningskoppel Isabella en Ferdinand besloten dat met het innemen van de laatste moslimenclave hun hele grondgebied katholiek moest zijn, vele joden besloten elders een veilig heenkomen te zoeken. Asjkenazische joden zijn vooral afkomstig uit Midden en Oost-Europa.

[2] Zo werd door een van de bezoekers de vraag gesteld of God in het jodendom en in het christendom wel dezelfde is. De gids antwoordde daarop dat het christendom is voorgekomen uit het vroege jodendom en dat het Oude Testament de bijbel van de joden is. De joodse bijbel of Tenach kent wel een wat andere indeling dan het Oude Testament. Wat betreft God benadrukt het jodendom de eenheid van God, hoewel de oudste delen van de bijbel laten zien dat de oude Israëlieten geen strikte monotheïsten waren. De hoofdstroom van het christendom ziet God als een drie-eenheid van Vader, Zoon en heilige Geest.


Kos

  Bij het doorspitten van de doos met foto's kwam ik een reeks kiekjes tegen van mijn eerste vliegvakantie. Het was 1989 en de eerste ke...