Bij het omkeren van de doos met oude foto's kwam ik niet alleen kiekjes tegen van vakanties in Griekenland, of van mijn eerder vermeldde reis naar Wit-Rusland. Er zat ook nog een aardige collectie plaatjes in van mijn vakantie in 1991 in Egypte, een reis waar ik met gemengde gevoelens op terugkijk. Egypte bezoeken stond altijd hoog op mijn bucketlist. Ik zag dan ook erg uit naar deze groepsreis door het land van de farao's.
![]() |
| Drukte bij de pond naar Luxor |
De vlucht ernaartoe was oké. Het cabinepersoneel had echter een bekende gespot en klitte daar voortdurend kwebbelend omheen. Wanneer een andere passagier even de aandacht vroeg werd er lichtelijk geïrriteerd gereageerd. Uiteindelijk landde het vliegtuig probleemloos op het vliegveld van Hurghada, een tussenstop op een vlucht die ons naar Caïro moest brengen.
De rit van het vliegveld van Caïro naar ons eerste hotel was alleen al de moeite van de hele reis waard. Zelden had ik zo'n chaos gezien. De enige verkeersregel was blijkbaar zoveel mogelijk toeteren en foeteren en doorrijden. De fly-overs liepen soms rakelings langs grauwe woonblokken met nauwelijks gevels zodat je bijna bij de families die er woonden het eten van de tafel kon graaien.
![]() |
| Kolossen van Memnon |
De eerste overnachting was in het Windsor Hotel waarvan de architectuur, naam en het interieur deden vermoeden dat het een reliek was uit de tijd dat de Britten er nog de dienst uitmaakten. Alles ademde nog de koloniale sfeer, zij het met wat slijtplekken hier en daar. De kamer was redelijk en schoon. Aan de muur zat een enorme airconditioning. Deze was hard nodig gezien de hitte. Het enige probleem was dat het apparaat ongeveer net zoveel geluid maakte als een flinke tractor.
De reis was als volgt gepland. Na de eerste overnachting zouden we het Egyptisch Museum bezoeken om daar de schatten van Toetanchamon te bewonderen. Daarna was het meteen met de bus naar het zuiden, om via El Minya naar Luxor te reizen. Vandaar was het verder met de trein naar Aswan vanwaar we dan met traditionele zeilbootjes (feluccas) de Nijl zouden afzakken, terug naar Luxor.
Vanaf Luxor was het met de bus door de woestijn naar de Rode Zee voor een verblijf in een resort in Hurghada. Met de boot ging het vervolgens over de Rode Zee naar de badplaats Sharm el Sheikh op de zuidpunt van de Sinaï. Uiteindelijk zou de reis weer eindigen in Caïro en stond een bezoek aan de sfinx en de piramiden als afsluitend hoogtepunt op het programma.
![]() |
| Nijl met felucca |
Ik heb het alleen niet gered. Al na de eerste ovenachting sloeg de 'vloek van de farao' toe in de vorm van aanhoudende darmklachten. Er werd ons al vanaf dag een gesommeerd om zoveel mogelijk te drinken, maar al het water dat niet uit een verzegelde fles kwam te vermijden. Dus ook tandenpoetsen met flessenwater. Het mocht niet baten. Geregeld liep ik leeg van onderen en voelde ik me zo slap als een vaatdoek. Ik geloof dat het in Luxor was dat er een arts gehaald werd om mij te onderzoeken. Die had al gauw door wat er aan de hand was. Een bacterie had zich in mijn lijf genesteld en dus kreeg ik antibiotica. Kosten voor het consult en de medicatie: 80 Egyptische ponden, ofwel 40 gulden.
Uiteindelijk was ik voldoende opgeknapt om deel te kunnen nemen aan verschillende uitstapjes zoals naar het Dal van de Koningen en het indrukwekkende Karnak. De warmte was overdag niet te harden - het idee dat het droge warmte was, en dus dragelijker, kun je met dergelijke temperaturen (bijna 50!) gerust naar het rijk der fabelen verwijzen - zodat deze uitstapjes vaak 's morgens vroeg plaatvonden.
![]() |
| Tempel van Hatsjepsoet |
Bij elke tempel en ieder monument stikte het ook van de verkopers die ons van alles in de handen duwden om eraan toe te voegen: 'You name price.' Tijdens de lichtshow in het tempelcomplex van Karnak werd het publiek door een aardige meneer thee aangeboden. Bij het ophalen van de glazen gebaarde hij dat de thee wel betaald diende te worden. Een Engelse dame in de rij voor mij riep daarop verontwaardigd uit: 'I didn't ask for it!'
De treinreis naar Aswan was een nog grotere cultuurshock dan de busrit door Caïro. De stank en de hitte waren overweldigend. De wc was zó smerig dat elke aandrang om te gaan meteen verdween. Eenmaal in Aswan trok ik mij een dag terug in het hotel om een beetje bij te komen. Een deel van ons gezelschap ging naar de beroemde dam en de tempels van Aboe Simpel, ooit gered van het stijgende water van het Nassermeer door ingrijpen van UNESCO. 's Avonds, tijdens het eten, moest ik vernemen dat er een brandje was geweest in het hotel. Nee, ik had er niets van gemerkt en was door alles heen geslapen.
![]() |
| Horusbeeld in Edfu |
Ook anderen in ons reisgezelschap hadden intussen darmklachten opgelopen. Nogal een uitdaging als je een aantal dagen verblijft op traditionele zeilbootjes zonder sanitaire voorzieningen. Regelmatig wendde de stuurman - een indrukwekkende Nubiër met een imposante bos kroeshaar - dan ook de steven naar de oever. Wanneer de loopplank eenmaal de boot met de oever verbond snelde een van de passagiers met een rol wc-papier van boord om tussen de mais zijn of haar behoefte te doen.
Bijzonder indrukwekkend was de sterrenhemel. Tijdens een overnachting - we sliepen op het dek onder de blote hemel - werd ik wakker uit een rare droom waarin ik psalmen zingend op een giraf door de maisvelden reed. Ik had geen idee waar ik mij bevond en kon alleen maar denken: 'Wat raar! Het dak is weg! Ik zie allemaal sterren!' Even later wist ik weer waar ik was en merkte ik dat ik naar de wc moest. Ik stootte mijn buurman aan. Deze hielp mij aan een paar schoenen. In het donker was het onmogelijk om te zien of het mijn schoenen waren. Ik rende de oever op waar ik tussen de mais tot de enkels in de blubber zakte. Toen eenmaal de zon opkwam hoorde ik iemand zich hardop afvragen waarom zijn schoenen ineens zo vies waren.
![]() |
| Kapitelen van zuilen in Karnak |
Inmiddels had ik al aangegeven dat ik de vakantie wilde bekorten. De hostess en de gids hadden kunnen regelen dat ik een kleine week eerder vanuit Caïro terug naar Nederland zou gaan. Vanuit Luxor reden we met de bus naar het resort in Hurghada. De luxe daar was een verademing. Met de boot stak ons gezelschap de volgende dag de Rode Zee over naar Sharm el Sheikh. Eenmaal buitengaats stak er een flinke wind op. Het niet al te grote bootje werd door de opgezweepte golven flink heen en weer geslingerd. Iets wat bij de meesten aan boord acute zeeziekte veroorzaakte. Ook een pan soep belandde in de kombuis met een klap op de vloer. Bovenop het dek lagen de uitgetelde passagiers te kermen van misère. En ik? Ik had negens last van en genoot op de voorplecht van de vaartocht. Pas in de haven van Sharm el Sheikh merkte ik dat mijn hoofd pijnlijk verbrand was waardoor ik de komende dag mij angstvallig uit de zon hield.
Voor mij kwam het einde van mijn 'droomreis' in Sharm el Sheikh in zicht. Terwijl de rest van het gezelschap de bus nam naar het Catharinaklooster bij de berg Sinaï nam ik de streekbus naar Caïro. Een jongedame in onze groep zou sowieso al eerder huiswaarts keren en stelde het gezelschap wel op prijs. Enkele uren later reed de bus via een tunnel onder het Suezkanaal door. In de namiddag eindigde de busrit bij een busstation in Caïro waar iemand van de reisorganisatie ons ophaalde. Na een laatste overnachting in het Windsor Hotel werden we de volgende dag per taxi naar het vliegveld gereden.
Door het voortijdige einde van deze vakantie heb ik de piramiden dus niet kunnen zien. Het interesseerde mij op dat moment ook geen fluit. Ik wilde naar huis, bijkomen. Op de reünie, een aantal maanden later, heb ik nog wel de foto's gezien van de anderen die de reis wel hadden voltooid. Allemaal vrolijk lachende mensen bij de sfinx en de grote piramide en met kamelen. Achteraf gezien heb ik wel eens gedacht: ik had gewoon vol moeten houden, met dichtgeknepen kringspier desnoods. Als iemand mij nu vraagt of ik niet alsnog de piramiden zou willen bezoeken zeg ik uiteraard ja. Maar alleen als ik er niet naar Egypte voor hoef.








Geen opmerkingen:
Een reactie posten